'Twee prikken tegen meningokokken'
17-06-2010
• leestijd 1 minuten
Voor een betere bescherming tegen meningokokken C, de veroorzakers van nekkramp, zouden kinderen een tweede vaccinatie moeten krijgen. Dat stelt onderzoekster Richarda de Voer van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in het proefschrift waarop zij donderdag promoveert aan het UMC Utrecht.
Kinderen worden nu één keer ingeënt tegen meningokokken C als zij veertien maanden oud zijn. De Voer onderzocht de beschermende werking van die prik aan de hand van de hoeveelheid antistoffen in het bloed. Zij ontdekte dat die naar verloop van tijd afneemt. Daarom pleit zij ervoor kinderen tegen de tijd dat zij twaalf jaar oud zijn, een tweede vaccinatie aan te bieden, zodat zij ook in hun adolescentie voldoende beschermd zijn. Nekkramp treft naast jonge kinderen ook veel adolescenten.
,,Deze tweede vaccinatie biedt waarschijnlijk niet alleen bescherming voor de gevaccineerde adolescenten, maar zal ook helpen om nieuwe circulatie van de bacterie in de bevolking tegen te houden'', aldus hoogleraar Kinderimmunologie Lieke Sanders, die het promotieonderzoek mede heeft begeleid. ,,De meningokok circuleert immers vooral onder adolescenten. Zo zouden we de bacterie beter buiten de deur kunnen houden.''
De inenting tegen meningokokken C is sinds 2002 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). In datzelfde jaar werd een grote vaccinatiecampagne gehouden waarin kinderen tussen de 1 en 18 jaar massaal werden geprikt. Sindsdien komt de bacterie in Nederland praktisch niet meer voor.
Bron: ANP