Grote verschillen in toeristenbelasting tussen gemeenten

Als je een nachtje in een hotel blijft slapen, kun je bij het afrekenen voor een onaangename verrassing komen te staan. In veel gemeenten komt er namelijk nog een toeristenbelasting bovenop de hotelprijs. Hoeveel dit is, kan flink verschillen omdat gemeenten zelf mogen bepalen hoeveel belasting zij heffen.

Tarieven vergelijken
Kassa vergelijkt de tarieven van alle 388 Nederlandse gemeenten bij een hotelovernachting. Elke gemeente werkt met een ander heffingssysteem. Onder andere Haarlemmermeer, Amsterdam en Utrecht werken met een percentage van de overnachtingsprijs. Andere gemeenten vragen een vast bedrag. Bij het vergelijken van de tarieven is uitgegaan van een gemiddelde hotelprijs van 134 euro per nacht voor een tweepersoonskamer. Bekijk de volledige lijst HIER .

De duurste gemeente is Haarlemmermeer, hier betaalt de toerist 6,05% van de overnachtingsprijs per persoon per nacht. Voor een gemiddelde hotelkamer komt het bedrag dan uit op 4,05 euro. Op nummer twee staat Eindhoven, met een vaste heffing van 3,50 euro. De derde plaats wordt gedeeld door de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Westland met gemiddeld 3,50 euro per nacht. In 80 van de 388 gemeenten hoeft de toerist geen belasting te betalen. Dit geldt voor onder andere Arnhem, Amersfoort en Leeuwarden.

Maastricht houdt er een volledig eigen systeem op na, vandaar dat deze gemeente niet in de top 10 genoemd wordt. Bij hotels hanteren zij een sterrensysteem: bij een hotel zonder ster betaal je 1,93 euro, bij één ster 2,60, twee sterren 3,24, drie sterren 3,92, vier sterren 4,67 en bij vijf sterren maar liefst 5,33.

Willekeur bij gemeenten
Het feit dat er zulke grote verschillen tussen de tarieven zitten toont volgens RECRON, brancheorganisatie voor recreatieondernemers, aan dat er sprake is van willekeur bij gemeenten. Op het moment dat er een tekort op de begroting van de gemeente is, wordt de toeristenbelasting gebruikt om dit gat te dichten. RECRON stelt dat het probleem is dat het geld in de algemene pot van de gemeente gaat, waardoor niet bekend is waar het aan uitgegeven wordt. Toeristenbelasting is bedoeld om toeristische voorzieningen mogelijk te maken en uit te breiden. Vaak kunnen gemeenten niet meer duiden waar het geld naartoe gaat. De consument is hier uiteindelijk de dupe van, want die krijgt te maken met tarieven die soms met grote percentages verhoogd worden. Om dit oplossen vinden zij dat de belasting geoormerkt moet worden. In overleg met ondernemers uit de toeristische sector moet bepaald worden waar de belasting aan uitgegeven wordt.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten ziet niks in het oormerken van de belastingen. Toeristen maken volgens de VNG gebruik van erg veel openbare voorzieningen, die allemaal binnen de algemene pot vallen. De heffing zou ingewikkeld en onuitvoerbaar worden als per voorziening bepaald moet worden of hij voor toeristen bedoeld is of niet. De VNG zegt dat veel gemeenten jaarlijks met de toeristensector in hun gemeente in overleg gaan om te bepalen waaraan zij de toeristenbelasting zullen besteden.