Taxibeleid in vogelvlucht

Op 1 januari 2000 werden vrijere regels van kracht voor de taximarkt. Toenmalig verkeersminister Tineke Netelenbos (PvdA) voorspelde dat het aanbod van taxi's zou stijgen, maar ook de vraag. Bovendien zouden de taxiondernemers klantgerichter gaan werken. Een overzicht van de ontwikkelingen in vogelvlucht:

- Op 1 januari 2000 gaat de 'deregulering taxivervoer' van kracht. De belangrijkste veranderingen zijn een nieuw vergunningenstelsel, de introductie van de chauffeurspas, de vrije keuze voor de klant en een landelijk vastgesteld maximumtarief. Een taxiritje zou daardoor goedkoper moeten worden.

- Na deze liberalisering stijgt tussen 1999 en 2002 het aantal taxibedrijven, van 3200 naar 4800. Dat komt vooral doordat bestaande ondernemingen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zijn opgesplitst in eenmansbedrijven. Het aantal taxi's explodeerrt van 16.000 naar 23.000.

- Maar uit onderzoek door de Inspectie Verkeer en Waterstaat over deze periode blijkt dat de ritprijzen niet zijn gedaald, maar juist fors (25 procent) gestegen. Ook kiezen steeds minder mensen voor de taxi. Bovendien is er niet meer te kiezen voor de klant en is de kwaliteit niet verbeterd. CDA-verkeersminister Karla Peijs presenteert voorstellen om de dienstverlening in de taxisector te verbeteren. Taxichauffeurs moeten snelller examen doen, want hun rijvaardigheid, stratenkennis en omgangsvormen rammelen. Ze moeten hun tarieven ook veel beter zichtbaar maken.

- In 2007 treedt een nieuwe tariefstructuur in werking. Na drie keer uitstel en getouwtrek in de Tweede Kamer gelden echter pas vanaf februari 2008 nieuwe taxitarieven. Er geldt een maximuminstaptarief en een vast bedrag per kilometer. De meter tikt dus niet meer door in een file of voor een rood verkeerslicht.

- In juni 2008 erkent staatssecretaris Tineke Huizinga (Verkeer) dat de liberalisering van de taximarkt ,,niet heeft gebracht wat we verwachtten bij de invoering in 2000''. Zij zegt dit bij de presentatie van het rapport ,,Toekomst voor de taxi'' van een werkgroep waarin vele partijen zaten. Huizinga kondigt aan dat gemeenten meer bevoegdheden krijgen om grip te houden op de taximarkt. Ze mogen vrije rijders van standplaatsen weren. Alleen chauffeurs die aangesloten zijn bij een taxiorganisatie en herkenbaar zijn, mogen daar klanten oppikken. Deze week stuurt Huizinga de Tweede Kamer de voorstellen toe. KNV Taxi telt 5000 vrije rijders op ongeveer 40.000 georganiseerde taxichauffeurs. In Amsterdam (3500) tijden de meeste zelfstandigen.

Bron: ANP