Strippenkaart kan naar het museum

Het einde van de strippenkaart nadert met rasse schreden. Wie nog strippen overheeft, kan die tot en met woensdag opmaken. Donderdag 3 november moet heel Nederland met de ov-chipkaart reizen in bus, tram of metro. Dan heeft de strippenkaart 31 jaar dienst gedaan als plaatsbewijs in het openbaar vervoer.

Directeur Kees Roodvoets van Vervoersbewijzen Nederland bv kan er niet echt om treuren. De tijd is er rijp voor. ,,De ov-chipkaart is wat de tarieven betreft een stuk flexibeler dan de strippenkaart. Met de chipkaart kan elke regio zijn eigen kilometerprijs bepalen, de prijs van de strippenkaart werd van bovenaf vastgesteld'', zegt Roodvoets.

Zijn bedrijf VBN heeft jarenlang de uitgifte van de strippenkaart voor zijn rekening genomen en gaf drukkerijen de opdracht de verschillende kaarten te drukken. Per 1 januari houdt het bedrijf op te bestaan.

Voordat de nationale strippenkaart in 1980 het levenslicht zag, had elk vervoersbedrijf in Nederland zijn eigen kaartjes. De bedrijven en gemeenten bepaalden de tarieven. Met de strippenkaart werd alles anders. De rijksoverheid stelde de tarieven op. De kaart kon overal worden gebruikt. Hoeveel strippen je nodig had voor een reis, was afhankelijk van het aantal zones dat in je stad of streek aflegde. De kaart was vrijwel uniek in de wereld. Alleen in Duitsland bestond iets dergelijks.

De strippenkaart was op zich makkelijk in het gebruik. Omvouwen, afstempelen, zitten. Uitchecken niet nodig. ,, Je wist waar je aan toe was. Je wist wanneer de kaart op was en dat je een nieuwe moest kopen. Met de ov-kaart moet je zelf in de gaten houden of het saldo toereikend is'', zegt Roodvoets.

Net als de ov-chipkaart nu, was ook de strippenkaart destijds mikpunt van kritiek. Het nieuwe vervoersbewijs zou uitlopen op een flop. Dat werd de kaart niet. Sinds de introductie werden er gemiddeld 100 miljoen per jaar van verkocht, inclusief het 3-strippenkaartje dat in het ov zelf kon worden gekocht. De prijzen zijn in die jaren fors gestegen. Kostte de 15-strippenkaart in 1980 nog zes gulden, dit jaar was dat 7,70 euro.

De strippenkaart was al niet meer bruikbaar in onder meer Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Noord-Brabant, Utrecht, Groningen en Drenthe waren de laatste provincies waar je de kaart nog geldig was.

Alle varianten van de strippenkaart zijn inmiddels van de kantoorruimte van VBN naar het Openbaar Vervoer Museum in Doetinchem verhuisd. En op de website YouTube is nog een promotielied te vinden van wijlen zanger Sjakie Schram: Overal met je strippenkaart. ANP