'Slachtoffers kregen advies hulp te mijden'
18-12-2012
• leestijd 1 minuten
Letselschadejuristen hebben volgens enkele betrokkenen van het bloedbad in Alphen aan den Rijn hen aangeraden terughoudend te zijn bij het zoeken van bepaalde vormen van nazorg. Dat hebben deze betrokkenen gezegd tegen een onderzoekscommissie, zo staat in het maandag gepubliceerde rapport ‘Over napijn en nazorg’.
'Schokkend en kwalijk'
Daarin noemt de commissie het ,,schokkend en uitermate kwalijk’’ als de betrokkenen daadwerkelijk is geadviseerd om geen gebruik te maken van bijvoorbeeld psychische, sociale of materiële hulp. ,,De kans op blijvende of langdurige schade van mensen in een kwetsbare positie wordt daarmee immers vergroot’’, schrijft de commissie. Voorzitter Jan Laurier zei desgevraagd dat de letselschadejuristen niet met de beweringen zijn geconfronteerd, omdat dit niet onder de opdracht viel.
Nazorg
Volgens de onderzoekers hebben lopende letselschadeprocedures de nazorg in Alphen aan den Rijn bemoeilijkt. Zo bestond en bestaat het gevaar dat een coulanceregeling van de gemeente wordt gezien of juridisch wordt geïnterpreteerd als een erkenning van aansprakelijkheid. Daarnaast schrijft de commissie: ,,Sommige betrokkenen waren terughoudend in het accepteren van aangeboden compensatie van de zijde van de gemeente, omdat ze dachten daarmee een eventuele claim kwijt te raken.’’
Onderzoek
Tristan van der Vlis richtte op 9 april 2011 een bloedbad aan in winkelcentrum De Ridderhof. Eerder dit jaar ontstond commotie, omdat de nazorg voor de slachtoffers van het drama tekort zou schieten. De onderzoekscommissie die maandag rapporteerde deed daar in de afgelopen maanden onderzoek naar.
ANP