Slachthuis: oordeel NVWA onvolledig

Aan het oordeel dat de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit NVWA heeft geveld over slachthuis Van Hattem in Dodewaard ontbreken belangrijke onderdelen. Bovendien heeft de dienst voor zijn beurt gesproken, want het Dodewaardse slachthuis had volgens afspraak tot 3 februari de tijd om de inkoopadministratie op orde te brengen. Pas daarna kan een conclusie worden getrokken. Dat stelt Frank Peters, juridisch veterinair adviseur van het slachthuis, woensdag.

De NVWA heeft ruim 690 ton vlees van het Dodewaardse bedrijf laten blokkeren omdat er mogelijk paardenvlees in is verwerkt. In vier partijen rundvleessnippers vond de dienst DNA van paardenvlees. Volgens Peters is dat logisch, omdat op het etiket van die partijen ook stond dat er 80 procent rund en 20 procent paard in zat. ,,Het zou gekker zijn als er geen paard in zat'', zei hij woensdag in De Gelderlander.

De NVWA beschuldigt het bedrijf ervan dat er meer paarden zijn ingekocht dan er volgens de slachtadministratie zijn verwerkt. Peters noemt dat vreemd, aangezien de slachterij beschikt over door de NVWA zelf opgestelde en ondertekende keuringspapieren voor elk geslacht dier. ,,Van Hattem staat al 20 jaar lang onder toezicht van vier inspecteurs van de dienst per dag, net als elk ander bedrijf in deze sector. Daarvoor betalen we ook keuringsgeld aan de NVWA.''

Van Hattem Vlees BV verwerkt 500 tot 600 runderen per week, 400 tot 500 lammeren en 1000 tot 1500 geiten. Het geitenvlees is voornamelijk voor de exportmarkt. Rund en lam gaan naar horecagroothandels en luxe slagerijen.