In de jaren 80 en 90 kochten mensen volop lijfrenteverzekeringen of koopsompolissen om later wat extra pensioen te hebben. De aankoop werd ook altijd heel positief voorgesteld omdat de aanschaf van een koopsompolis van de belasting aftrekbaar was. De lijfrente wordt namelijk pas bij uitkering belast. Omdat veel mensen kiezen voor een uitkering na je 65e is het belastingtarief lager dan bij aankoop verschuldigd was.
Lijfrentekapitaal komt vrij
Die lijfrentes/koopsommen komen op een afgesproken tijdstip tot uitkering. Meestal kiezen mensen voor een datum rondom hun 65e jaar. Bij veel babyboomers is dat in 2012 of één van de komende jaren. Wat moet je met dat lijfrentekapitaal? In ieder geval krijg je het niet ineens in handen. Met dat geld moet je een lijfrente-uitkering kopen bij een bank of verzekeraar. Dan heb je de keuze uit een uitkering voor een vast aantal jaren of een levenslange uitkering.
Shoppen kan
Als de datum nadert waarop het eindkapitaal wordt uitgekeerd zal de verzekeraar een offerte doen om het geld om te zetten in een uitkering. Je kunt ook bij een andere verzekeraar een lijfrente kopen. Sinds 2008 bestaat ook de mogelijkheid van de aanschaf van een lijfrente bij een bank, een zogenaamde bancaire lijfrente.
Bancaire lijfrentes veel gunstiger
Kapé Breukelaar, Kassa's onafhankelijke financiële adviseur, maakte berekeningen voor Kassa. Zijn conclusie luidt dat bancaire lijfrentes tot 38% meer opleveren dan lijfrentes van een verzekeringsmaatschappij. Een voorbeeld: als je een lijfrentekapitaal van €25.000 via een lijfrente van een verzekering laat uitkeren ontvang je over die €25.000 in het slechtste geval een rente van €1920. Kies je voor een bancaire lijfrente dan is het rente €12.204. Dat is een verschil van maar liefst €10.284! Shoppen loont dus zeker de moeite, aldus Breukelaar.
Verzekeraars rekenen meer kosten
Waarom krijg je via een bank een veel hogere lijfrente dan van een verzekering? Breukelaar: "Verzekeraars brengen meer kosten in rekening. Vaak zijn die rond de 3% van het startkapitaal. Daarentegen zijn de kosten bij de bank dikwijls beperkt tot enkele euro’s per uitbetaling. Het geld staat in feite op een simpele spaarrekening zonder verborgen kosten."
Verschillen tussen beide lijfrentes
Bij een bancaire lijfrente gaat bij overlijden de uitkering altijd over op de partner en andere erfgenamen. Bij een lijfrente via een verzekeraar stopt de uitkering: tenzij je apart hebt geregeld (en tegen betaling van extra premie) dat de uitkering overgaat op de partner. Een ander verschil is dat bij een uitkering van een verzekeraar de uitkering levenslang kan zijn; dus stopt bij overlijden. Bij een bancaire lijfrente moet de uitkering altijd een einddatum hebben. In een enkel geval kan het zijn dat je vanwege fiscale redenen niet kunt kiezen voor een bancaire lijfrente.
Tips
- Ga shoppen met het kapitaal van een vrijkomende lijfrentepolis. Ga nooit klakkeloos in op het voorstel van de verzekeraar waar u de lijfrenteverzekering heeft gekocht.
- Kijk naar de hoogte van de rente van bankspaarrekeningen van verschillende banken.
- Vraag vervolgens bij drie of vier banken met een hoge rente een offerte aan en vergelijk de uitkeringen met elkaar en vergelijk die met de offerte van de verzekeraar.
- Bij de zoektocht naar de beste bancaire lijfrente heb je geen financieel adviseur nodig, tenzij er sprake is van hele specifieke wensen die fiscale consequenties hebben.
Oude regime lijfrentes
Koopsompolissen van voor 1 januari 1992 en premiebetalende polissen van voor 16 oktober 1990 kennen nog oude en flexibele regels. Die verliest u als u overstapt op banksparen. De belangrijkste voordelen zijn:
- De ingangsdatum voor de uitkering is vrij.
- De uitkeringsduur kan veel korter zijn dan bij banksparen.
- De uitkering kan overgedragen worden aan de kinderen.
Wie gebruik wil maken van één van deze mogelijkheden is aangewezen op een lijfrente via een verzekeraar. Die uitkering zal vaak aanmerkelijk lager zijn dan via banksparen. U ruilt dus een hogere uitkering in voor een grotere mate van flexibiliteit.