Scholen moeten zittenblijven voorkomen

Scholen moeten meer doen om het aantal zittenblijvers te verminderen. Dat schrijft de Inspectie van het Onderwijs in een vrijdag uitgebracht rapport over het voortgezet onderwijs. Volgens de inspectie is in Nederland het aantal zittenblijvers (5,8 procent) vergeleken met andere landen hoog.

Scholen kunnen meer maatwerk bieden, zoals een speciaal lesaanbod voor leerlingen die dreigen te blijven zitten, vindt de onderwijsorganisatie.

Het ligt volgens de meeste scholen in eerste instantie aan de leerling als hij of zij het schooljaar moet overdoen. ,,Slechts'' een derde van de scholen kijkt naar zichzelf en naar de kwaliteit van de eigen lessen als er leerlingen blijven zitten, constateert de inspectie. Uit het rapport blijkt ook dat bijna de helft van de scholen twijfelt over het nut van zittenblijven.

Overigens is na een jarenlange stijging, sinds het schooljaar 2011/2012 een lichte daling van het percentage zittenblijvers ingezet. Er blijven meer leerlingen uit de bovenbouw zitten dan uit de onderbouw. Het percentage zittenblijvers is het hoogst onder havisten, vooral leerlingen uit havo 4.

Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs heeft vrijdag de Tweede Kamer geïnformeerd over het rapport van de inspectie. Hij stelt 9 miljoen beschikbaar voor scholen om zittenblijven te voorkomen. Hiermee kunnen scholen onder meer zomerscholen financieren. Leerlingen die op enkele vakken slecht presteren kunnen hier in de zomer bijgespijkerd worden, om alsnog te mogen doorstromen naar het volgende jaar. ANP