Rentebedragen bij pandhuizen

In Den Haag en Amsterdam staan gemeentelijke pandhuizen. Daar kun je terecht als je snel geld wilt lenen en dure eigendommen als onderpand wilt afgeven. Ook commerciële bedrijven zijn in deze markt gesprongen en schieten inmiddels als paddestoelen uit de grond. Maar wat voor (rente-)bedragen betaal je bij deze bedrijven?

De gemeente Den Haag ( www.rondkomenindenhaag.nl />) en Amsterdam ( www.sbl.nl />) hebben een gemeentelijk pandhuis. Mensen kunnen daar tegen inlevering van een onderpand geld lenen. In Den Haag kunnen alleen sieraden als onderpand worden gegeven. In Amsterdam kan men naast sieraden ook zaken als audiovisuele apparatuur, muziekinstrumenten en elektronisch gereedschap geven. Het onderpand kan weer worden opgehaald binnen 6 maanden tegen betaling van het geleende bedrag + de rente die daarover wordt berekend.

Het rentepercentage is in Den Haag op jaarbasis 16 %. Op maandbasis is dat 1,33 %. In Amsterdam is het percentage op jaarbasis 16,8%. Op maandbasis is dat 1,4%. Als het onderpand niet opgehaald wordt of de lening niet wordt verlengd, dan wordt het verkocht op een openbare veiling. Brengt het product dan meer op dan het bedrag, waarvoor het verpand is, dan ontvangt de oorspronkelijke eigenaar wel de meeropbrengst .

Naast de gemeentelijke pandhuizen bestaan er commerciële of particuliere pandhuizen. Voorbeelden hiervan zijn Cash Converts , Used Products , Goods4you en TNS Direct Geld . Bij deze bedrijven kun je behalve sieraden ook allerlei andere spullen in onderpand geven. Bijvoorbeeld mobieltjes, laptops, horloges, scooters en navigatiesystemen. Bij deze bedrijven wordt een rente betaald van 20% per 4 weken; op jaarbasis is dat 260%. Deze bedrijven noemen die 20% echter geen rente, maar wordt er gesproken over bewaarkosten, opslagkosten of een opslagpercentage.Een meeropbrengst van het onderpand wordt bij verkoop niet uitgekeerd aan de oorspronkelijke eigenaar.

Jaap Rensen is directeur van Cash Converters Holland. Hij stelt dat je de commerciële pandhuizen niet kunt vergelijken met de gemeentelijke pandhuizen. Zijn bedrijf neemt namelijk risicovolle spullen in; deze kunnen bijvoorbeeld defect zijn of snel in waarde dalen. Hij benadrukt tevens dat die 20% niet alleen rente is, maar ook een vergoeding voor de kosten die het bedrijf maakt, zoals arbeidskosten en bewaarkosten. De rentepercentages vindt hij daarom onvergelijkbaar.

Hans Spekman is Tweede-Kamerlid voor de PvdA. Hij heeft grote bezwaren tegen de werkwijze van de commerciële pandhuizen. Het brengt mensen namelijk steeds verder in de financiële problemen. Vaak gaat het hier juist om mensen die al in een problematische financiële situatie zitten en die op geen enkele andere wijze geld kunnen lenen. Dan wenden zij zich tot dergelijke bedrijven. En juist nu de regels ten aanzien van kredietverlening steeds meer worden aangescherpt, om mensen tegen overkreditering te beschermen, kunnen deze bedrijven tegen woekerrentes geld uitlenen.

Deze pandhuizen vallen echter niet onder deze regelgeving, terwijl de Pandhuiswet uit 1910 hopeloos verouderd is. Zo geldt deze wet slechts voor verpandingen tot € 11,34 (voorheen 25 gulden). Spekman wil – in afwachting van de wijziging van de Pandhuiswet - zo spoedig mogelijk het bedrag uit de Pandhuiswet geschrapt zien. Tevens wil hij dat het maximaal toegestane wettelijke rentepercentage voor consumptieve kredieten (18%) ook voor leningen met een onderpand gaat gelden.

Er blijkt een groeiend aantal mensen gebruik te maken van de pandjeshuizen. Het aantal beleningen bij de gemeentelijke pandhuizen ìn Amsterdam en Den Haag bedraagt 270.000 per jaar. Het gemiddelde bedrag van de beleningen ligt tussen de € 200 en € 250. Jaap Rensen ziet ook bij zijn keten een groei in het aantal verpandingen.

Voor de gemeente Den Haag is dat aanleiding om op korte termijn te bekijken of ze naast sieraden, ook andere producten als onderpand kunnen aannemen.