Rechter twijfelt aan vertragingsvergoeding

De kantonrechter in Breda gaat in een zaak van twee passagiers tegen luchtvaartmaatschappij KLM nadere vragen stellen aan het Europese Hof van Justitie alvorens uitspraak te doen. Dat heeft de rechtbank woensdag bekendgemaakt.

De rechter wil weten of een Europees arrest waar de passagiers zich op beroepen, in tegenspraak is met een mondiaal verdrag. De afloop van de zaak kan grote financiële gevolgen hebben voor Nederlandse luchtvaartmaatschappijen en hun Europese branchegenoten.

De passagiers in kwestie eisen 1200 euro van KLM omdat zij op een vlucht vanuit San Francisco naar Amsterdam 27 uur later dan gepland aankwamen. Zij deden een beroep op het zogenoemde Sturgeonarrest uit 2009 dat bepaalt dat luchtreizigers bij een vertraging van meer dan drie uur onder bepaalde voorwaarden recht hebben op een vergoeding van maximaal 600 euro per persoon.

KLM weigerde de passagiers te vergoeden; de maatschappij meent dat het arrest in tegenspraak is met het Verdrag van Montreal dat wereldwijd voor luchtvaartmaatschappijen geldt.

KLM hanteert de eerder gemaakte Europese afspraken dat passagiers onder voorwaarden recht hebben op een vaste vergoeding bij annulering van de vlucht en dat passagiers bij lange vertraging onderdak en maaltijden krijgen. ,,Dat is ook in dit geval gebeurd'', zegt Bram Gräber, directeur Nederland bij KLM.

In twee eerdere zaken waarbij passagiers zich in Nederland op het Sturgeonarrest beriepen voor de rechter, werden maatschappijen in het ongelijk gesteld. De Geschillencommissie Luchtvaart heeft zich nog niet uitgesproken over de vraag of het arrest in de praktijk moet worden nageleefd. De Europese Commissie evalueert de regeling nog.

,,Wij zijn blij dat er nu erkenning is dat de regelgeving gammel is'', aldus Gräber. ,,We hopen dat Brussel versneld de handschoen opneemt om deze regel te herzien.''

Volgens de KLM-directeur is met de uitspraak van woensdag mogelijk een begin gemaakt met het bereiken van een oplossing. ,,Maar de verliezer is de relatie tussen de klant en maatschappij. Onduidelijkheid, daar is niemand bij gebaat.'' ANP