De huizenmarkt blijft ook dit jaar sterk oververhit. Volgens de Rabobank ziet het er nu naar uit dat koopwoningen gemiddeld 17,3 procent duurder worden.
In eerdere ramingen ging de bank nog uit van een prijstoename van 12 procent.
Volgens Rabo-econoom Stefan Groot zijn de bijstellingen naar boven een reactie op de sterker dan verwachte prijsstijgingen in de afgelopen periode. In januari waren koopwoningen meer dan 21 procent duurder dan in 2021. "Sinds 1977 zijn de huizenprijzen in ons land niet meer zo hard gestegen", zegt Groot.
Volgend jaar zouden de prijzen nog eens met 5,5 procent omhoog gaan, waar eerder werd uitgegaan van een plus van ruim 3 procent. Doordat er bijna geen huizen meer te koop staan, neemt het aantal transacties dit jaar naar verwachting af tot circa 191.000 om in 2023 weer wat aan te trekken tot ongeveer 198.000 verkochte woningen.
Groot voorziet in de loop van dit jaar een iets minder uitbundige toename van de huizenprijzen. "Dat komt doordat de economie naar verwachting minder hard groeit dan in de afgelopen jaren. Ook dalen de kapitaalmarktrentes al een tijdje niet meer, wat gevolgen heeft voor de hypotheekrente."
Dat de hypotheekrente lang erg laag was, is de afgelopen jaren vaak genoemd als belangrijke oorzaak van de toename van de huizenprijzen. Nu de rentes weer oplopen heeft dat naar verwachting dan ook een drukkend effect.
De oorlog in Oekraïne zorgt volgens de econoom waarschijnlijk niet direct voor een omslag op de woningmarkt. "Maar deze zorgt er wel voor dat de huizenprijzen minder hard toenemen door de impact van de oorlog op de Nederlandse economie", zegt hij. Omdat bijvoorbeeld de energierekening en de prijzen aan de pomp flink zijn gestegen, houden mensen minder geld over voor de maandelijkse woonlasten. Ook zou de kans op een recessie groter zijn geworden. "Als de economie inderdaad in zwaarder weer terechtkomt, dan stijgen de huizenprijzen waarschijnlijk minder hard dan we nu voorzien", geeft Groot aan. ANP
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!