Plotseling stijgende orthodontistentarieven

Een tandarts mag soms wel 30 procent meer berekenen voor dezelfde behandeling als bij de orthodontist. Hoe kan een orthodontiebehandeling zoveel meer kosten bij de tandarts? Tegen die vraag lopen veel mensen op die plotseling geconfronteerd worden met een veel hogere rekening voor orthodontie.

In Nederland heeft bijna de helft van de 12-jarigen een beugel. Dat zijn jaarlijks ongeveer 90.000 beugels. De kosten voor een ‘beugelbekkie’ zijn niet gering. De overheid heeft de tarieven van orthodontisten de laatste jaren al flink naar beneden geschroefd. Maar orthodontisten kunnen deze verlaging van de tarieven omzeilen en zo dus hetzelfde tarief rekenen als een tandarts. Orthodontisten kunnen dat doen door zich uit het specialistenregister te laten uitschrijven en zich als tandarts te laten registreren. Zeker 89 orthodontisten hebben dat al gedaan en kunnen dus hogere tarieven berekenen. Elke orthodontist is ook tandarts. Een orthodontist heeft vier jaar langer gestudeerd voor deze specialisatie. Omgekeerd geldt dit niet, al mag een tandarts wel een aantal verrichtingen van basisorthodontie doen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vindt het onterecht dat tandartsen een hoger tarief kunnen hanteren voor dezelfde verrichtingen. Helaas is er van gelijkstelling op dit gebied op korte termijn nog geen sprake.

De NZa heeft de tarieven van tandartsen onderzocht, in het bijzonder de orthodontieverrichtingen. Bij tandartsen die ook orthodontie verrichten maken deze handelingen slechts een klein deel uit van de totale praktijkbehandelingen. Bij verlaging van de tarieven zullen de tandartsen niet langer orthodontiebehandelingen uitvoeren. Als dat zou gebeuren, ontstaat er ongewenste schaarste dus die tarieven zijn nog niet verlaagd. Kwalitatief is er geen verschil in de prestatie van orthodontistenverrichtingen tussen tandartsen en orthodontisten.

Reactie Orthodontisten
Volgens René Noverraz, voorzitter van de orthodontisten van de beroepsorganisatie van tandartsen en specialisten NMT valt er met een verlaging wel te leven. De verlaging zou dan op 18 procent moeten blijven staan, zoals inmiddels al doorgevoerd is. Hierdoor zijn orthodontisten efficiënter gaan werken, zegt hij. Een verdere verlaging van de tarieven (tot 29 procent) door de overheid ziet hij echter niet zitten. Een groot deel van de orthodontisten komen dan niet meer uit de kosten. Daarvan zouden vooral de kleinere praktijken en de starters last van krijgen. Als tandarts werken, is dan de enige manier om nog rond te komen.

Onaangekondigde prijsverhoging
Patiënten mogen niet zomaar geconfronteerd worden met een hogere rekening. De orthodontist is verplicht om zijn cliënten te informeren wanneer hij zich gaat uitschrijven. Daarbij moet ook gemeld worden dat de klant dan het recht heeft om met een andere orthodontist of tandarts die lagere tarieven hanteert in zee te gaan. Consumenten die niet correct zijn ingelicht over de tariefsverhoging kunnen bij hun behandelaar bezwaar aantekenen.  

De meeste orthodontiebehandelingen worden niet door de basisverzekering vergoed. De basisverzekering dekt namelijk uitsluitend de kosten van zorg door de orthodontist als het gaat om de behandeling van bijvoorbeeld schisis (hazenlip of open gehemelte). Orthodontie zit met name voor jeugd meestal in het aanvullend pakket en alleen in bijzondere gevallen in de basisverzekering.

Aanvullende verzekeringen kunnen behandelingen door orthodontisten,  afhankelijk van de polis, echter wel vergoeden. In de meeste gevallen gaat het om een maximum dekking per kind per looptijd van de verzekering. Tussen de 75 en 80 procent zal door de verzekeraar vergoed worden. De rest zal zelf bekostigd moeten worden.