Palmolie: een wolf in schaapskleren

Nu er steeds meer bos wordt gekapt voor palmolie begint de bevolking in Indonesië langzaam in opstand te komen. Zij moeten huis en haard verlaten voor de palmolieplantages en leiden soms zelfs honger omdat ze hun eigen producten niet meer kunnen verbouwen.

Een van de grootste boosdoeners is volgens milieuorganisatie Greenpeace het bedrijf Sinar Mas. Dit bedrijf kapt volgens Greenpeace al jaren illegaal oerwoud. En een van de grootste afnemers bij Sinar Mas is Unilever.

Greenpeace deed jarenlang onderzoek naar de praktijken van Sinar Mas. Onder druk van hun rapport en de roep van de bevolking dat het zo niet langer kon, heeft Unilever besloten zelf een onderzoek naar de praktijken te doen. Zij komen, een jaar later, tot dezelfde conclusie als Greenpeace. En daarom zegt Unilever de contracten met Sinar Mas op.

Unilever grootverbruiker palmolie
Unilever is wereldwijd de grootste gebruiker van palmolie, jaarlijks 1,4 miljoen ton. Ongeveer 5 procent daarvan is volgens Unilever afkomstig van Sinar Mas. Het gaat om een contract ter waarde van ruim 20 miljoen euro. Volgens Unilever is dit voorlopig het enige contract met een palmolieproducent dat wordt beëindigd, maar het concern gaat door met het zoeken naar alternatieven voor palmolie van onduidelijke herkomst.

Palmolie wordt ook gebruikt voor het bijmengen van biodiesel. Nu mengen we nog maar 5 % van de diesel bij met zogenaamde biobrandstoffen. Maar minister Cramer heeft besloten dat we steeds meer moeten bijmengen met onder andere palmolie.

In de studio vertelt Geert Ritsema van Milieudefensie over de gevaren van bijmengen met palmolie. Hij noemt het product een wolf in schaapskleren. Iedereen dacht dat biobrandstoffen de oplossing waren voor het tekort aan fossiele brandstoffen, maar zo eenvoudig is het niet.

In landen als Zweden en Engeland kan de consument aan de pomp zien hoe de diesel is bijgemengd, dus welke biobrandstoffen erin zitten. Op die manier heeft de consument dus de keuze om de diesel wel of niet in de tank te gooien. Kassa heeft onder de Nederlandse autorijders gepeild of er behoefte is aan deze openheid bij de pomp.

We hebben door Maurice de Hond laten onderzoeken of de Nederlandse automobilist wil weten wat er in de tank gaat.

•  Wilt u aan de pomp kunnen zien hoe het biogedeelte van de brandstof is samengesteld?

62% van de automobilisten antwoord daar volmondig ja op. Voor 33% hoeft dat niet.

•  Als u de keus zou hebben, zo vroegen we de automobilist, zou u dan kiezen voor duurzaam bijgemende brandstof of maakt het u niets uit hoe het biogedeelte is gemaakt?

Een ruime meerderheid, 63%, kiest dan voor duurzaam gemengde brandstof. Maakt niet uit: 30%

• We hebben natuurlijk in dit verband ook even uw portemonnee gepeild. Stel dat u de keuze hebt tussen brandstof met duurzaam bijgemengde biobrandstof en niet duurzaam bijgemengde, en het prijsverschil is 2,5 eurocent per liter. Wat zou u dan tanken? Dan zal slechts 39% van de automobilisten kiezen voor de duurzaam bijgemengde biobrandstof. En 52% voor niet duurzaam bijgemengde brandstof.