Oppositie: plunderpensioenpotpolitiek

De oppositiefracties PVV, SP, CDA, GroenLinks en 50PLUS hebben geen goed woord over voor het pensioenakkoord dat het kabinet donderdag heeft gesloten met de 'constructieve' oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP. Door de verlaging van het jaarlijkse opbouwpercentage kunnen jongeren geen fatsoenlijk pensioen meer opbouwen, zei SP-Kamerlid Paul Ulenbelt donderdag in een debat over het akkoord. Hij sprak van ,,plunderpensioenpotpolitiek''.

PVV-Kamerlid Barry Madlener noemde het ,,een akkoord om je voor te schamen''. ,,Alle werkenden worden keihard in de portemonnee gepakt.''

Volgens CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt valt de pensioenopbouw door het akkoord slechts marginaal hoger uit dan het kabinet aanvankelijk van plan was en schieten werkenden er dus niet veel mee op. Jesse Klaver van GroenLinks hekelde vooral de financiële dekking die nodig was om het opbouwpercentage te verhogen. Volgens hem kost het schrappen van lastenverlichting voor bedrijven en van subsidies voor oudere werknemers banen. CDA en GroenLinks onderhandelden aanvankelijk ook mee over het pensioenakkoord, maar werden vorige week opeens niet meer uitgenodigd.

Het kabinet wilde eerst de pensioenopbouw in 2015 verlagen van 2,25 naar 1,75 procent van het inkomen. Dat wordt nu 1,875 procent. De extra kosten van het akkoord bedragen zo'n 600 miljoen.

De Kamerleden Steven van Weyenberg (D66), Carola Schouten (ChristenUnie) en Elbert Dijkgraaf (SGP) verdedigden het akkoord. Van Weyenberg wees erop dat door de lagere opbouw de pensioenpremies kunnen dalen en dat zzp'ers ook een pensioenfonds krijgen. De negatieve reactie van vakcentrale FNV is volgens hem een ,,gotspe''. Het nieuwe akkoord is naar zijn oordeel veel beter dan de pensioenafspraken die het kabinet eerder met de sociale partners maakte. ANP