Het consumentenplatform van BNNVARA. Kassa is er weer op zaterdag 4 januari met de Belbusspecial!
Onvoldoende handhaving en toezicht in de kinderopvang
29-10-2011
•
leestijd 4 minuten
•
150 keer bekeken
•
Kwaliteit toezicht en handhaving kinderopvang
45 van de 214 onderzochte gemeenten hebben hun zaken aangaande kwaliteit en handhaving in de kindervang niet op orde. Minister Henk Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) maakt bij Kassa bekend welke gemeenten dit zijn. De
lijst
bestaat op het moment van uitzending uit 214 gemeenten. De overige 204 gemeenten komen daar de komende weken bij.
Rapport Gunning
Ouders willen graag een goede kinderopvang hebben voor hun kind, eentje waar ze met goed vertrouwen hun kinderen naar toe kunnen brengen. Helaas kun je niet aan de buitenkant zien of het een kwalitatief goede kinderopvang is. Daarom is het goed dat je ervan uit kan gaan dat jouw gemeente toeziet op de kwaliteit van iedere kinderopvanglocatie in hun gemeente. Dat zou je denken, maar uit het rapport Gunning, dat naar aanleiding van de gebeurtenissen rondom de zedenzaak van het Hofnarretje in Amsterdam is opgesteld, is (onder meer) te concluderen er nogal wat aan te merken is op de toezichts- en handhavingstaken van de gemeenten.
Het rapport
formuleert een groot aantal conclusies en aanbevelingen waarin met name de medewerkers, het toezicht en de handhaving, weliswaar met betrokkenheid hun werk hebben gedaan, maar niet altijd volledig, hebben gedaan wat op dit moment al van hen werd verwacht.
Rapport Kwaliteit Gemeentelijke Toezicht Kinderopvang 2009-2010
Vervolgens heeft de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek gedaan of de gemeenten de kwaliteit van de kinderopvang voldoende bewaken. Helaas had ook
dit rapport
geen positieve uitkomst voor de kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang. In ongeveer zestig procent van de inspectierapporten constateerde de GGD dat er advies was gegeven om te handhaven. Dat betekent dat er iets niet op orde was bij de opvanglocatie. Dit kan overigens een administratieve fout zijn (het ontbreken van gegevens) maar ook van ernstigere aard, bijvoorbeeld te veel kinderen voor het aantal pedagogisch medewerkers of geen Verklaring Omtrent het Gedrag van de pedagogisch medewerkers. Na het advies van de GGD om te handhaven moet de gemeente actie ondernemen om de handhaving in te zetten. Uit het rapport van de Inspectie blijkt vervolgens dat een groot aantal gemeenten dit niet doet. Deze gemeenten worden ook wel 'achterblijvende gemeenten' genoemd. Gevolg van het nalaten van handhaving is dat de kwaliteit van de kinderopvang niet meer gewaarborgd is en dat de onderzoeken van de GGD ook minder waard worden. Ook dat verzwakt de borging van kwaliteit. De belangrijkste reden waarom gemeenten verzuimen het handhavingstraject in te zetten is dat er onvoldoende kennis en ervaring in deze trajecten zijn in de Nederlandse gemeenten.
Lijst achterblijvende gemeenten
Om wat meer druk op de gemeenten te leggen heeft minister Kamp besloten om de
lijst
met achterblijvende gemeenten, dus degenen die hun toezicht- en handhavingstaak niet op orde hebben, openbaar te maken. De lijst is onderverdeeld in een A categorie (deze gemeenten hebben voldaan aan alle wettelijke eisen aangaande handhaving en toezicht), een B categorie (deze hebben de wettelijke eisen niet op orde maar er zijn verbeterafspraken met deze gemeenten gemaakt om die eisen wel te halen) en een C categorie (deze gemeenten hebben het niet op orde maar willen er ook niets aan doen). Op dit moment zit er geen enkele gemeente in categorie C. De VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) is belangenbehartiger van alle Nederlandse gemeenten. Hun reactie op de lijst leest u
hier
.
BOinK
Daar schort het volgens Gjalt Jellesma van
BOinK
(belangenvereniging van ouders in de kinderopvang). Meestal ben je als ouder helemaal niet op de hoogte dat er iets mis is bij de kinderopvang van je kind. Hij pleit er dan ook voor dat bij elke inspectie van de GGD de ouders worden gehoord. Dit kan door een interview met de oudercommissie en anders door interviews met de ouders zelf. Daarnaast maakt BOinK zich zorgen om de algemene knowhow van de gemeente aangaande de kwaliteitsbewaking van de kinderopvang in hun gemeente. Beter is het volgens Jellesma om een (grotere) gemeente aan te wijzen die het toezicht en de handhaving van de eigen gemeente, maar ook van omringende (kleinere) gemeenten onder zijn hoede neemt. Dan blijft volgens hem de expertise en de doorloop gewaarborgd.
Djenno's Daycare
Barry Waalberg en Diana Jansen wonen ieder afzonderlijk met hun gezin in Amsterdam. Omdat ze beiden werkende ouders zijn plaatsen ze hun kinderen in kinderdagverblijf Djenno's Daycare van Shelby Bomisa. Het is een nieuw kinderdagverblijf en wordt meteen door de GGD in Amsterdam gecontroleerd. Die constateert dat de zaken niet op orde zijn en draagt de gemeente op tot directe handhaving. De gemeente pakt dit inderdaad op maar eigenaar Shelby kan of wil niet aan de eisen voldoen met als gevolg dat Barry en Diana op 5 juli 2011, ruim veertien maanden na de opening van Djenno's Daycare, voor een dichtgespijkerde deur staan. Verbijsterd, want van alle geconstateerde gebreken hadden zij geen weet. Ook radeloos, want waar moet je je kinderen op zo'n korte termijn laten in een stad als Amsterdam? Van Shelby Bomisa ontbreekt ondertussen elk spoor. Nadat zij de laatste maandbedragen van de ouders heeft geïnd is ze met de noorderzon vertrokken. Kassa spoort haar op en vraagt om tekst en uitleg.