Nederland verbruikt veel 'buitenlands' water

Nederlanders gebruiken gemiddeld 2,3 miljoen liter water per jaar, voornamelijk door alle geïmporteerde producten die zij gebruiken. Slechts 11 procent van dat water komt van eigen bodem. De rest is verbruik in het buitenland via importproducten. Dat is bijna twee keer zoveel als de gemiddelde wereldburger, blijkt uit de zogenoemde watervoetafdruk, die het Wereld Natuur Fonds (WNF) samen met de Universiteit Twente heeft berekend. Een woordvoerster liet dat zondag weten.

Nederland importeert als klein land veel, in vergelijking met grotere landen. Het WNF laat bedrijven maandag zien dat zij invloed hebben op het waterbeheer in landen waar zij hun producten vandaan halen. Dat levert een belangrijke bijdrage aan het behoud van de zoetwatervoorraad en aan de natuur.

De natuurorganisatie komt met de actie ter gelegenheid van Wereld Water Dag maandag. Het oppervlak van de aarde bestaat voor 70 procent uit water, maar slechts 3 procent daarvan is zoet. Van die 3 procent is maar een klein deel geschikt om te drinken

Het WNF wil producenten en importeurs laten zien hoe voedsel als rijst efficiënter kan worden verbouwd. Sommige gewassen zijn zeer dorstig, aldus de woordvoerster van het WNF. Katoen en rijst zijn daar voorbeelden van. De productie van een katoenen shirt kost 2700 liter water, een kilo rijst vergt 3400 liter. Het WNF streeft naar opleidingstrajecten voor bijvoorbeeld katoen- en rijstboeren.

In eigen land wordt ook veel water verbruikt. Zo is voor een kilo rundvlees 15.500 liter water nodig en voor een kilo kaas 5000 liter. Zelfs voor een boterhammetje is veel nodig: 40 liter. Een kopje koffie erbij? Dat kost 140 liter.

De effecten van de watervoetafdruk zijn afhankelijk van waar en wanneer water wordt weggehaald. In droge gebieden kunnen rivieren opdrogen, leefgebieden vernietigd worden en dier- en plantensoorten uitsterven. ANP