MRSA-bacterie op vleeskuikenboerderijen

Op 8 procent van de vleeskuikenboerderijen is de MRSA-bacterie te vinden. Dat meldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) donderdag. Op dergelijke boerderijen worden kippen gehouden voor de slacht. Besmette dieren kunnen de bacterie in sommige gevallen overdragen op de mens.

De bacterie komt voor bij de kuikens zelf en in het stof in de stal. Uit onderzoek van de NVWA blijkt dat 9 procent van alle vleeskuikenhouders drager van de bacterie is. Bij slachthuispersoneel van de kuikens kan dit zelfs oplopen tot 14 procent. Het betreft vooral de 'vee-gerelateerde' variant van MRSA, het zogeheten LA-MRSA. Die werd eerder al aangetroffen bij varkens en vleeskalveren. De NVWA vindt dat extra maatregelen nodig zijn om mensen die voor hun werk in contact komen met levende vleeskuikens, beter te beschermen.

Besmetting

In slachterijen die gasverdoving gebruiken, is de kans op een MRSA-besmetting bijna vier keer kleiner dan in slachterijen met elektronische verdoving via een zogeheten ‘waterbad’. Bij gasverdoving bewegen de dieren namelijk minder. Er komen dan minder stofdeeltjes vrij in de lucht, waardoor de kans op besmetting kleiner is. De NVWA adviseert alle werknemers die extra worden blootgesteld aan MRSA om een masker te dragen zodat ze minder in contact komen met de stofdeeltjes.

Bij gezonde mensen levert de MRSA-bacterie weinig risico op. Voor mensen in ziekenhuizen is MRSA gevaarlijker, omdat zij vatbaarder zijn voor infecties. Bovendien is MRSA niet te behandelen met gangbare antibiotica.

Om de spreiding van het virus tegen te gaan, krijgen mensen met een verhoogde kans op dragerschap daarom altijd een speciale behandeling als zij in het ziekenhuis belanden. Deze 'risicogroep' bestaat onder anderen uit mensen die in een buitenlands ziekenhuis hebben gelegen of zijn behandeld, en mensen die intensief contact hebben gehad met levende varkens of vleeskalveren. Ook mensen die veel in aanraking komen met levende vleeskuikens zouden tot deze risicogroep gerekend moeten worden, adviseert de NVWA.

Voor meer informatie, zie de website van NVWA

ANP