Ministers schoten tekort bij aanpak Q-koorts
22-11-2010
• leestijd 2 minuten
Bij de aanpak van Q-koorts hebben de toenmalige ministers van Volksgezondheid (Ab Klink) en Landbouw (Gerda Verburg) te lang vastgehouden aan hun eigen visie. Landbouwbedrijven zijn te weinig aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. Relevante informatie tussen instanties werd onvoldoende gecommuniceerd.
Dat zijn enkele van de belangrijkste conclusies van de evaluatiecommissie-Q-koorts, onder leiding van de landbouweconoom Gert van Dijk. In opdracht van het kabinet bekeek de commissie de aanpak en de bestrijding van de Q-koorts in Nederland.
Volgens de commissie waren er verschillen in wetenschappelijk 'bewijs' voor melkgeitenbedrijven als bron van Q-koorts. Maatregelen bleven te lang uit wat tot onzekerheid bij alle betrokkenen leidde. De overheid maakte niet duidelijk welke risico's mensen liepen, en wat mensen zelf konden doen. De ministeries van Volksgezondheid en Landbouw traden in reactie op de uitbraak van Q-koorts te terughoudend op.
Dat deskundigen zich erg lang bleven afvragen of geitenbedrijven wel echt de bron van besmetting waren, noemt de commissie ,,cruciaal''. Men had direct de meest waarschijnlijke verklaring moeten volgen en mensen die dicht bij een besmet geitenbedrijf wonen, moeten waarschuwen voor een verhoogd risico.
Pas in 2009 gaat de ,,besluitvorming plotseling in de hoogste versnelling'', aldus de commissie. Ze schrijft dat toe aan een groeiend aantal patiënten waardoor de frustratie in de regio toenam. Na nog harder aan de bel trekken door de GGD Hart van Brabant en een ziekenhuis in Den Bosch en onder meer een zeer kritische uitzending van het tv-programma Zembla in december 2009 werden maatregelen genomen.
De provincie Noord-Brabant kreeg in 2007 te maken met een grote uitbraak van Q-koorts. Hierna verspreidde de infectieziekte zich ook naar andere delen van het land. Vorig jaar werden 2354 mensen ziek en overleden zes patiënten aan een besmetting. Q-koorts is een bacteriële infectie die bij dieren en mensen voorkomt. De bacterie komt vrij tijdens het lammeren van besmette geiten of schapen. Mensen kunnen zien worden door de bacterie in te ademen.
Een van de aanbevelingen van de commissie is dat het ministerie van Volksgezondheid (VWS) en het Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bij een toekomstige crisis het initiatief krijgen. ,,VWS moet bestuurlijke 'doorzettingsmacht' krijgen ten opzichte van andere ministeries.''
ANP