Minister: pas op met aanwakkeren leenangst
07-12-2012
• leestijd 2 minuten
Minister Jet Bussemaker van Onderwijs wil dat de Tweede Kamerleden voorzichtig zijn met het aanwakkeren van de leenangst bij studenten. ,,Als we steeds zeggen dat lenen heel erg is, zonder daarbij de nuancering te geven, dan gaan we studenten echt bang maken om te gaan studeren'', zei ze donderdag.
Sociaal leenstelsel
Bussemaker gaat een sociaal leenstelsel invoeren voor het hoger onderwijs. Dat houdt in dat de basisbeurs verdwijnt en dat studenten die kunnen gaan lenen. Overigens blijft de aanvullende beurs bestaan.
De minister benadrukte dat mensen met een hoge opleiding ook een hoger inkomen hebben en de schuld dus kunnen terugbetalen. Verder hoeft alleen te worden afgelost als de oud-student voldoende verdient en is er een redelijke aflossingstermijn. Bovendien is de rente op de lening laag, stelde de minister.
Hoge studieschuld
Het CDA gaf aan niets te kunnen met de uitspraken van Bussemaker. Volgens Kamerlid Michel Rog heeft de gemiddelde student nu 14.500 euro studieschuld. Voor de lage inkomens ligt dat bedrag veel hoger. Rog vreest dan ook dat studenten uit gezinnen met weinig geld gaan afhaken.
Ook de SP en PVV toonden zich kritisch. Volgens PVV-Kamerlid Harm Beertema werpt het kabinet een drempel op om te gaan studeren. De SP vindt het sociaal leenstelsel helemaal niet sociaal, maar juist asociaal. SP'er Jasper van Dijk is onder meer bezorgd omdat Bussemaker niet nu al wil vastleggen hoe ze gaat zorgen dat ook arme studenten in de toekomst zonder problemen naar een hbo of universiteit kunnen.
De minister wil eerst het debat voeren over de invoering van het stelsel, voordat ze ingaat op maatregelen om eventuele negatieve effecten te dempen. Daarbij stelde ze dat het ernstig zou zijn als kinderen uit armere gezinnen zouden uitvallen, hoewel ze daar geen aanwijzingen voor heeft. Als er leerlingen stoppen uit angst voor een schuld, omdat ze niet goed hebben nagedacht over hun studiekeuze hoeft dat volgens de minister helemaal geen probleem te zijn.
ANP