Mensen steeds later met pensioen
17-01-2012
• leestijd 1 minuten
De leeftijd waarop mensen gemiddeld met pensioen gaan, is vorig jaar opgelopen tot ruim 63 jaar. Steeds meer werknemers werken door tot op of na hun 65e, zo blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek dinsdag heeft gepubliceerd.
Tussen 2000 en 2006 stopten mensen gemiddeld op hun 61e met werken. Vanaf 2007 stijgt de pensioenleeftijd onder invloed van wetswijzigingen en regels die de mogelijkheden voor vervroegd pensioen inperken. Daardoor gaan steeds minder mensen voor hun 60e met pensioen. In 2011 was de gemiddelde pensioenleeftijd 63,1 jaar.
De afgelopen vijf jaar is het percentage werknemers dat bij pensionering 65 jaar of ouder was, opgelopen van 15 procent in 2006 tot 30 procent in 2011. In diezelfde periode daalde het percentage dat voor het 60e jaar ophield met werken van 28 procent in 2006 naar slechts 6 procent in 2011.
In de bouw en het openbaar bestuur ligt de pensioenleeftijd met gemiddeld 62,2 jaar het laagst. In de sectoren landbouw en visserij, cultuur en overige dienstverlening was de gemiddelde leeftijd met ruim 64,5 jaar het hoogst.
ANP