Meldpunt moet Rotterdams ov veiliger maken

Reizigers moeten zelf een bijdrage leveren aan een veiliger openbaar vervoer. Dat is de gedachte achter het meldpunt dat het Rotterdamse openbaarvervoerbedrijf RET woensdag lanceerde.

Een sms'je naar het nieuwe RET-meldpunt (6061) is voldoende om controleurs van het bedrijf erop te attenderen dat er reizigers worden lastiggevallen of dat treinstellen worden beklad. Plek, voertuignummer en incident kunnen dan worden doorgegeven.

et meldpunt moet voorkomen dat verontruste burgers voor dergelijke incidenten het alarmnummer 112 bellen. ,,Een moderne manier van sociale controle'', noemde RET-directeur Pedro Peters het. ,,Niet ertussen springen. Niet de held uithangen'', houdt Peters de reizigers voor. Hij ziet zijn klanten als de ,,ogen en de oren'' van de RET.

RET hield woensdag een zogeheten OV-top over sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Gemeente, politie en justitie werken met de RET samen om die veiligheid te bevorderen.

Het ov-bedrijf geeft jaarlijks 34 miljoen euro uit aan sociale veiligheid, ongeveer een vijfde van de hele begroting. ,,Een immens bedrag'', vindt burgemeester Ahmed Aboutaleb. RET streeft er naar om camera's op alle stations en in alle voertuigen te plaatsen.

Door afspraken met het Openbaar Ministerie (OM) mogen RET-controleurs op afstand op grond van de beelden vandalen in tram, bus en metro verbaliseren. Met Connexxion en Qbuzz, andere vervoerders in de regio Rotterdam, werkt RET aan één controlesysteem. Aboutaleb stelde voor jongeren, die zich in het openbaar vervoer misdragen, een week van school te schorsen. ,,Kom maar weer terug met je moeder. Dan val je wel bij je vrienden door de mand.''

Op twee Rotterdamse tramlijnen kunnen reizigers die overlast geven een ov-verbod krijgen. Dat betekent dat zij gedurende twee maanden niet meer op die lijn mogen reizen. Rotterdam is de eerste Nederlandse stad die een dergelijk verbod introduceerde. Uit een evaluatie is gebleken dat het ov-verbod werkt, maar dat de naleving ervan veel personeel vergt.

Bron: ANP