Meeste rokers stoppen "cold turkey"

Van alle Nederlanders die proberen te stoppen met roken, doet de overgrote meerderheid dat "cold turkey", ofwel zonder hulpmiddelen. Maar volhouden blijkt moeilijk. De meeste "stoppers" hebben er al 3 mislukte pogingen opzitten, en grijpen dan naar hulpmiddelen of hulpprogramma's. Dat blijkt uit een grote enquête die Kassa onder ruim 7.000 mensen heeft gehouden. De enquête richtte zich op rokers en mensen die zijn gestopt met roken. Van de deelnemers rookt 48%. 38% is gestopt en 14% rookt niet. Van de rokers rookt 78% al langer dan 20 jaar, maar ook van de gestopte rokers heeft 64% langer dan 20 jaar gerookt. De filtersigaretten (48%) en shag (43%) zijn bij de meeste rokers favoriet. Bij de mensen die zijn gestopt is er een andere verdeling, want bij hen scoort shag hoger (47%), in verhouding tot de filtersigaretten (40%).

Uit de Kassa-enquête blijkt dat 68% van de rokers minder dan 20 stuks per dag roken. Opvallend is dat relatief veel gestopte rokers meer dan 30 stuks per dag rookten. Ook is het percentage van de gestopte rokers die 20-30 stuks rookten hoger dan die van de rokers. Volgens Stivoro roken rokers gemiddeld 15 sigaretten per dag. In 2006 lag het dagelijks aantal sigaretten bij mannelijke rokers op gemiddeld 15 sigaretten en bij vrouwelijke rokers op gemiddeld 14. Ook uit de Kassa-enquête blijkt dat de meeste vrouwen en mannen gemiddeld tussen de 10 en 20 stuks per dag roken. Van de rokers heeft volgens eigen zeggen 67% geprobeerd om te stoppen met roken. Terwijl 25% zegt dat hij/zij nooit wil proberen te stoppen. Een minderheid van 8% heeft nog nooit geprobeerd te stoppen, maar wil dat nog wel gaan doen.

Bij de vraag met welke methode de rokers hebben geprobeerd om te stoppen is opvallend veel gekozen voor ‘cold turkey’ (zonder hulpmiddelen). Maar ook de nicotinevervangers zijn populair. De nicotinepleister is het meest gebruikt (71%) onder de vervangers. De rokers die zijn gestopt blijken dat in 69% van de gevallen zónder enig hulpmiddel te hebben gedaan. De mensen die zijn gestopt hebben wel een aantal methoden geprobeerd, maar uiteindelijk blijkt ‘cold turkey’ bij hen toch het beste te werken.

Onder de gestopte rokers heeft 25% de nicotinevervangers geprobeerd. Erg succesvol was dit middel niet; bij slechts 7% van de stoppers waren de pleisters, kauwgom, zuigtabletten of inhalers succesvol. Van de gestopte rokers is het 88% gelukt om binnen de 4 pogingen te stoppen met roken. Bijna eenderde (28%) is het zelfs gelukt om in één keer te stoppen. Veel mensen proberen de eerste twee keer helemaal zonder hulpmiddelen te stoppen. Wanneer dit niet lukt gaan veel mensen kijken naar mogelijke hulpmiddelen. Wie na twee pogingen nog niet is gestopt, zoekt het vaker in de alternatieve methoden. De nicotinevervangers, antirookmedicijnen, Allan Carr en acupunctuur worden dan meer geprobeerd. Bijna de helft (49%) van de gestopte rokers is al langer dan vijf jaar geleden gestopt. Een kwart (25%) is in het afgelopen jaar gestopt, wat verband kan houden met het rookverbod in de horeca of de stijgende accijns op tabak. Wat volgens de gestopte rokers het grootste voordeel is (naast de gezondheidsvoordelen) is zeer divers. Veel mensen zeiden beter te ruiken en proeven, anderen kozen voor geldbesparing of de ‘verlossing’ van een verslaving.

Op de vraag waarom het eerst niet gelukt is om te stoppen, hebben veel mensen geantwoord dat het verlangen toch nog te sterk was. Maar ook stress, of de verleiding uit de omgeving kan toch ook van grote invloed zijn. Ook dacht een heel aantal dat af en toe één sigaretje nog wel kon. Dat kwam overigens vaker voor bij vrouwen dan mannen. Voor de mannen was vaak het verlangen te sterk. Natuurlijk vroeg Kassa ook naar het moeilijkste van het stoppen. Vooral de gewoonte/routine die mensen dan kwijtraken, eindigt hoog. Daarna komt de geestelijke afhankelijkheid en gewichtstoename.

Uit deze enquête blijkt dat voor veel rokers en gestopte rokers gezondheidsklachten/doktersadvies een goede reden zijn om te stoppen met roken. Daarnaast scoren ook de verminderde conditie, angst voor rokersziekten, verslavingsmoeheid en de hoge kosten die betaald moeten worden voor het rookwaar hoog. Opvallend is dat vrouwen de hoge kosten veel belangrijker vinden dan mannen. Daartegenover staat dat vrouwen de gezondheidsklachten weer minder belangrijk vinden dan mannen. Er zit ook een verschil in motivatie bij de gestopte rokers en de rokers. De ex-rokers kozen vooral voor gezondheidsklachten/doktersadvies en angst voor rokersziekten zoals longkanker als motivatie om te stoppen met roken. Ook de rokers vinden de gezondheidsklachten belangrijk, maar de hoge kosten van de rookwaar zijn voor hen vaak even belangrijk.

De helft van de deelnemers van de Kassa-enquête zag tegen de afkickverschijnselen op, maar ook gewichtstoename en het afscheid nemen van iets waar je zo mee bent vergroeid, scoren hoog. De mannen zagen vooral op tegen de afkickverschijnselen en in mindere mate zagen ze ook op tegen de gewichtstoename. Bij de vrouwen staat gewichtstoename hoger op dit lijstje.

Kassa vroeg ook wat de deelnemers van het rookverbod in de horeca vinden. Van alle deelnemers, (gestopte) rokers en niet-rokers is 45% het niet eens met het rookverbod. 28% is vóór het rookverbod en 17% maakt het eigenlijk niet uit. Bij de mannen is 42% tegen het rookverbod, bij de vrouwen is dat hoger 48%. Eenderde van de mannen is het wél eens met het rookverbod, tegen 25% van de vrouwen. Blijkbaar trekken vrouwen het rookverbod zich meer aan dan mannen.