'Meer onderzoek naar veehouderij in Brabant'
16-03-2011
• leestijd 1 minuten
Het gebrek aan kennis over de relatie tussen veehouderij en gevaren voor de volksgezondheid moet de komende jaren met een uitgebreid onderzoeksprogramma versneld worden opgeheven. Dat gaat niet lukken met eerste verkenningen op dit gebied, het veelbesproken lopende onderzoek van instituut IRAS van de Universiteit Utrecht.
De Provinciale Raad Gezondheid Brabant en het Brabants Kennisnetwerk Zoönosen concluderen dat op basis van interviews met 26 vooraanstaande deskundigen uit de landbouw en gezondheidszorg zoals hoogleraren en artsen. Voor praktisch onderzoek is Brabant een vruchtbare voedingsbodem zodat de provincie koploper kan worden in Nederland en Europa, staat in het rapport dat woensdag is aangeboden aan de Brabantse CDA-gedeputeerde Ruud van Heugten.
De relatie tussen gezondheid en veehouderij is op dit moment niet hard te maken. In een tussenrapportage schreef IRAS vorige maand weliswaar over verhoogde concentraties bacteriën in de omgeving van veestallen maar op basis van die resultaten kon nog niks worden gezegd over het risico op gezondheidseffecten.
De gezondheidsraad en het kennisnetwerk zeggen dat voor alle typen veehouderijen altijd gekeken dient te worden naar de risico's die ze voor de volksgezondheid kunnen hebben. Ze maken daarbij onderscheid tussen bijvoorbeeld megabedrijven, kleine familiebedrijven, zorgboerderijen en biologische bedrijven.
Onder de geïnterviewde deskundigen zijn leden van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de voorzitter van boerenorganisatie ZLTO, de directeur voor de Gezondheidsdienst voor Dieren en acht hoogleraren.
ANP