Klink: keuze inenting baseren op goede informatie
11-03-2009
• leestijd 2 minuten
Minister Ab Klink (Volksgezondheid) hoopt dat meisjes en hun ouders hun keuze voor inenting tegen baarmoederhalskanker baseren op goede informatie. Dat zei de minister dinsdag in een reactie op de lage opkomst voor de vaccinatiecampagne die vorige week begon.
Klink verwees naar de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voor wetenschappelijk gedocumenteerde informatie. Aan een nieuwe medische discussie over de vaccinatie had de minister geen behoefte. Hij noemde het positieve advies van de Gezondheidsraad waarin de voors en tegens zijn afgewogen.
Dat de bereidheid tot vaccinatie lager is dan verwacht schrijft het RIVM toe aan de 'indianenverhalen' die rondgaan over de vaccinaties tegen baarmoederhalskanker. Van de 70.725 opgeroepen meisjes hebben in de eerste week 42.261 meisjes een HPV-vaccinatie gehaald, een opkomst van 60 procent. Het RIVM had gehoopt op zeker 75 procent
Een van de oorzaken is de aanwijsbaar onjuiste informatie die rondgaat over deze vaccinaties'', aldus het RIVM. Roel Coutinho, directeur Infectieziekten van het RIVM, noemt de verhalen die onder meer de Nederlandse Vereniging van Kritisch Prikken verspreidt dat het vaccin schadelijk is, pertinent onjuist. In een brief aan die organisatie zegt hij: ,,Door het verspreiden van onjuiste informatie schaadt u de gezondheid van vrouwen.''
Jaarlijks sterven ruim tweehonderd vrouwen aan baarmoederhalskanker, volgens het RIVM. Couthinho zegt in de brief dat het inenten van meisjes op jonge leeftijd het aantal besmettingen met HPV verkleint, waardoor het aantal sterfgevallen kan worden teruggebracht.
Hester Visser, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken, vindt dat er een langere onderzoeksperiode nodig is om deze resultaten te kunnen garanderen. ,,De vaccinatie biedt alleen maar bescherming tegen twee typen HPV en er bestaan er ongeveer honderd.'' Ook is er volgens haar onvoldoende bekend over schadelijke gevolgen van het vaccin.
Op 2 maart is de landelijke campagne van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu begonnen met het inenten tegen baarmoederhalskanker. Er zijn voor de zogenoemde inhaalcampagne ruim 380.000 meisjes uitgenodigd, die tussen de 13 en 16 jaar zijn. Als aan het eind van de campagne in de zomer blijkt dat veel meisjes zich niet hebben laten vaccineren, benaderen RIVM en GGD hen opnieuw. Vanaf september kunnen alle meisjes vanaf twaalf jaar prikken tegen baarmoederhalskanker krijgen.
Bron: ANP