Kinderen door geldgebrek vaak buitenspel
12-05-2009
• leestijd 2 minuten
Ongeveer een half miljoen van de 2,5 miljoen Nederlandse kinderen tussen de 5 en 18 jaar maken geen deel uit van sportclubs of culturele activiteiten. In veel gevallen komt dat omdat er geen geld voor is. Dat blijkt uit een rapport dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dinsdag presenteert.
Het rapport 'Kunnen alle kinderen meedoen?' laat een verband zien tussen armoede en sociale deelname van kinderen.
Het SCP hanteert een armoedegrens van 120 procent van het sociaal minimum. Nederland telt 343.000 kinderen die in deze groep vallen. Dat is 14 procent van het totaal aantal kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar. Bij die arme kinderen gaat het relatief vaak om niet-westerse allochtonen (130.000), eenoudergezinnen (182.000) en kinderen die wonen in een huishouden met een bijstandsuitkering (132.000).
De maatschappelijke deelname van kinderen uit deze klasse ligt in vergelijking met meer welgestelde klassen 15 tot 19 procentpunten lager.
,,De financiële reden blijkt het meest van invloed op niet-deelname aan sport, en dan vooral bij de bijstandsgroep. Voor de culturele activiteiten speelt deze een geringere rol en voor buitenschoolse activiteiten worden financiële redenen slechts zelden genoemd als verklaring om niet deel te nemen.''
Het onderzoek is bedoeld om het effect te meten van overheidsbeleid om de maatschappelijke deelname van kinderen te vergroten. Gemeenten hebben van het kabinet voor 2008 en 2009 40 miljoen euro per jaar gekregen om het aantal kinderen dat om financiële redenen niet meekomt in sport, cultuur en andere vrijetijdsactiviteiten te halveren. De cijfers van de huidige meting zijn afkomstig uit 2008. In 2010 volgt een tweede meting om het resultaat van de aanpak de controleren. Bron: ANP