Kamer wil restricties op telefonische verkoop

Mensen die op ongunstige tijdstippen worden gebeld door verkopers en op een agressieve manier worden overgehaald om producten af te nemen, moeten beter worden beschermd. Dat vindt een meerderheid in de Tweede Kamer, zo bleek woensdag tijdens een debat over consumentenzaken.

CDA-Kamerlid Ine Aasted-Madsen wil voortaan dat, zoals ze onlangs in Kassa aangaf dat telefonische verkoop alleen geldig is, als de consument de aankoop nadien bekrachtigt met een schriftelijke of digitale handtekening. De PvdA en de SP steunen het voorstel. Het ministerie van Economische Zaken ziet er niets in. Minister Ernst Hirsch Ballin, die optrad namens minister Maria van der Hoeven, noemde zo'n regeling ,,disproportioneel'' omdat goede bedrijven hierdoor de dupe zijn van een klein aantal slechte.

In maart besteedde Kassa aandacht aan de telefonische verkoop en liep een verslaggever van Kassa enkele weken mee in een callcenter. Mét camera natuurlijk. De verslaggever zag en hoorde dat het Bel-me-niet register niet altijd wordt nageleefd. Zo worden consumenten niet altijd geattendeerd op het Bel-me-niet register of het recht van verzet (dat je wordt aangeboden dat je niet meer door het betreffende bedrijf gebeld wilt worden). Ook al geven mensen aan wel ingeschreven te willen worden, wordt dit niet altijd gedaan. Op deze manier kunnen mensen die niet gebeld willen worden nog steeds lastig gevallen worden.

De minister is het wel eens met de Kamer dat internetbedrijven klanten duidelijker moeten informeren over internetsnelheden. In de praktijk blijkt dat beloofde snelheden vaak niet worden geleverd, terwijl de klant daar wel voor betaalt. Voortaan zullen de internetbedrijven hierop beter worden gecontroleerd.

ANP