Wat te doen als je kind een knoopcelbatterij inslikt?
14-10-2019
leestijd 2 minuten
396 keer bekeken
Je let even niet op en voordat je het doorhebt heeft je kind een knoopcelbatterij in zijn of haar hand, ziet het aan voor een snoepje en slikt het door. Foute boel! Het overkomt jaarlijks tientallen kinderen. Wat kan je als ouder doen?
Per ongeluk ingeslikt
Het gaat om kleine platte batterijen, zogeheten knoopcelbatterijen,
die in bijvoorbeeld horloges of speelgoed zitten. De schade is het
grootst als de batterij in de slokdarm blijft hangen. Het overkwam de
zoon van Heidy. Ze staat nog vaak stil bij wat er gebeurd is. "Je wilt
je kind niet verliezen en al helemaal niet met zoiets. Dat is
verschrikkelijk."
Tekst gaat door onder de video.
Wouter was zeven jaar oud toen hij een
knoopcelbatterij doorslikte. Hij zat boven alleen tv te kijken en kon de
batterij makkelijk uit de afstandsbediening halen. Gelijk nadat het was
gebeurd vertelde hij het aan zijn ouders. Heidy belde vrijwel meteen de
huisarts en moest gelijk komen.
In het ziekenhuis werd de
batterij operatief verwijderd. De batterij was niet blijven vastzitten
in Wouter zijn slokdarm, maar in zijn maag. En daar heeft Wouter geluk
mee. In de maag kan de batterij minder schade aanrichten. Volgens
kinderarts Robin van Schaik kan de maag beter tegen een batterij dan de
slokdarm. De maag is namelijk dikker en de batterij blijft minder op één
plek zitten. "Als de batterij blijft vastzitten in de slokdarm, dan kan
er een brandwond ontstaan. Zodra de batterij in contact komt met de
slokdarm gaat er stroom doorheen lopen. Als dat te lang duurt kan je een
gat in je slokdarm krijgen”, aldus dr. Van Schaik.
Schakel de huisarts in
Heidy heeft juist gehandeld door meteen de huisarts te bellen. Dat is
ook het advies dat dr. Van Schaik meegeeft: raadpleeg direct een arts.
"Probeer je kind geen eten of drinken te geven. Dat kan het onderzoek en
de ingreep om de batterij eruit te halen moeilijker maken."
De
doorgeslikte batterij nam Heidy mee naar huis. Als bewijs en om andere
ouders te waarschuwen. "Sommige mensen geloven mij ook niet of ze staan
je heel raar aan te kijken. Van nou: 'hoe kan dat nou? Dat doe je toch
niet?' Maar ja, het gebeurt wel."
Bronnen: Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK), VeiligheidNL