Mensen die lijden aan een wespenallergie, zijn erg tevreden over immunotherapie. Dat is een behandeling waarmee een patiënt door middel van injecties ongevoelig wordt gemaakt voor het wespengif. De therapie duurt enkele jaren, maar toch vinden patiënten dat prettiger dan zelf een injector bij zich te dragen waarmee ze zichzelf onmiddellijk tegengif kunnen geven als ze een wespensteek oplopen.
Dat heeft internist-allergoloog Hanneke Oude Elberink van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) vastgesteld, nadat zij zowel mensen die immunotherapie volgen, als mensen met een auto-injector langdurig had gevolgd. Oude Elberink promoveert volgende week op haar onderzoek.
In Nederland overlijden jaarlijks vijf tot tien mensen aan de gevolgen van een wespensteek. Eén op de honderd Nederlanders heeft een wespenallergie en vertoont na een steek symptomen als misselijkheid en benauwdheid, grote zwellingen en zelfs een shockreactie.
Patiënten die immuun worden gemaakt voor het wespengif, vinden dat hun kwaliteit van leven flink toeneemt. Ze spieden niet meer rond naar elke wesp en zijn ook niet meer bang voor de beestjes. Ze volgen de jarenlange behandeling zeer trouw en zelfs mensen die maar een lichte allergische reactie vertonen op wespensteken, krijgen liever immunotherapie dan een injectiepen. Oude Elberink noemt haar bevindingen opvallend: ,,De patiënten zijn heel erg tevreden, terwijl ze niet eens weten of de therapie wel werkt. Immers: de meeste patiënten zijn in de periode van mijn onderzoek niet door een wesp gestoken.''