In bijna twintig jaar zijn de Nederlandse huizenprijzen in februari nog nooit zo sterk gestegen. Koophuizen waren 10,4 procent duurder dan een jaar eerder. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster.
Volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen lijkt er geen sprake te zijn van een coronadip op de woningmarkt. Vab Mulligen denkt zelfs dat de coronapandemie de huizenprijzen mogelijk zelfs een extra zetje heeft gegeven. Veel mensen zijn bijvoorbeeld niet op vakantie geweest en hebben meer gespaard dan in andere jaren. Mensen kunnen al dat extra geld nu gebruiken om meer te bieden op huizen, aldus Van Mulligen,
Belastingvoordeel
In juni 2013 bereikten de huizenprijzen nog een dieptepunt. Daarna zijn de prijzen alleen maar gestegen, met een kleine afzwakking in 2019. Vervolgens trok het in de loop van vorig jaar duidelijk weer aan.
In februari wisselden ook 9,4 procent meer huizen van eigenaar dan in 2020. In de eerste twee maanden van dit jaar zijn al 41.387 woning verkocht. Dat is bijna 26 procent meer op jaarbasis. Dat heeft
mogelijk te maken met de afschaffing van de overdrachtsbelasting voor
kopers tot 35 jaar per 1 januari. Dat belastingvoordeel geldt tot 1
april.
Grote krapte
Er is al een lange tijd sprake van een grote krapte. Het aanbod van koophuizen is erg geslonken, terwijl veel meer mensen willen verhuizen. De hypotheekrentes zijn ook lager dan ooit. Kopers bieden daardoor flink tegen elkaar op waardoor starters grote moeite hebben met het vinden van een koophuis.
Er moeten volgens kenners meer huizen bijgebouwd worden. De woningnood kan een belangrijk thema worden bij de formatie van een nieuw kabinet. ANP