Hogere AOW-leeftijd zet verhoudingen op scherp

De geplande verhoging van de AOW-leeftijd zet de verhoudingen in de Tweede Kamer op scherp. Oppositiepartijen zien niets in het kabinetsplan. VVD en D66 vinden dat het kabinet te laat ingrijpt en het plan veel te ingewikkeld heeft gemaakt. SP en PVV zijn sowieso tegen een hogere pensioenleeftijd.

VVD-leider Mark Rutte sprak donderdag tijdens het AOW-debat over ,,een gedrocht''. GroenLinks-leider Femke Halsema noemde het ,,politiek geknutsel dat heeft geleid tot een potpourri''.

In het kabinetsplan, gesteund door de coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie, gaat de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 jaar en in 2025 naar 67. Zware beroepen worden ontzien door werkgevers te verplichten binnen dertig jaar alternatief werk aan te bieden.

De coalitiepartijen vielen op hun beurt de alternatieve voorstellen van de oppositie aan. Zo werd de PVV onder vuur genomen, omdat het pleitte voor een migrantenstop voor mensen uit moslimlanden in plaats van een hogere AOW-leeftijd.

De VVD wil als alternatief vanaf 2011 regelen dat mensen die veertig jaar hebben gewerkt, het recht behouden om met 65 jaar AOW te krijgen. Volgens de coalitie levert dit te weinig op en wordt pas in 2035 de AOW-leeftijd van 67 jaar bereikt.

De regeringspartijen stelden ook dat het VVD-plan onuitvoerbaar is, omdat de liberalen de leeftijd elk jaar met een maand verhogen, wat een hoop bureaucratie met zich meebrengt. Ook D66 wil een stapsgewijze verhoging.

GroenLinks-leider Femke Halsema nam het voor de VVD op. Ook GroenLinks wil de AOW-leeftijd koppelen aan veertig gewerkte jaren. Op die manier wordt volgens haar en Rutte ook de lastige discussie vermeden over wat zwaar werk is. Het debat gaat de hele middag verder.

Bron: ANP