Hoeveelheid zout in levensmiddelen afgelopen jaren niet gedaald

Het gemiddelde zoutgehalte in levensmiddelen zoals vleeswaren, kaas, kant-en-klaarmaaltijden, sauzen en chips is de afgelopen 3 jaar bijna onveranderd. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) meet de zoutgehaltes om te kijken of het Nederlandse productaanbod minder zout wordt. Het laatste onderzoek van de NVWA laat in de 2e helft van 2011 opnieuw geen verbetering zien. Soms zit in een levensmiddel uit een productgroep minder zout, maar hier staat vaak weer een ander product tegenover dat zouter is geworden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij verschillende soorten chips. Ook zijn er nog steeds grote verschillen in zoutgehaltes in vergelijkbare producten van verschillende fabrikanten.

De levensmiddelenindustrie heeft enkele jaren geleden het initiatief genomen om het zoutgehalte in bewerkte levensmiddelen geleidelijk te verlagen. Zo streeft de Taskforce Zout (initiatief van de branchevereniging Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie FNLI) ernaar de hoeveelheid toegevoegd keukenzout te verminderen om uiteindelijk te komen tot een gemiddelde reductie van 20 tot 30% ten opzichte van 2006. Minister Schippers van het ministerie van VWS gaf in het voorjaar aan dat als er onvoldoende voortgang is, stappen worden gezet voor de invoering van een wettelijke norm. Nu is er alleen een wettelijke norm voor de hoeveelheid zout in brood.

Een te hoge zoutinname vergroot het risico op het ontstaan van verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten. In Nederland is de gemiddelde zoutinname van volwassenen ongeveer 9 gram per dag. Dit is 1,5 keer de hoeveelheid die de Gezondheidsraad als maximum adviseert (6 gram per dag). Uit een recent onderzoek van het RIVM blijkt dat 79% van het zout al aanwezig is in gekochte voedingsmiddelen. Ongeveer 1/5 deel van het geconsumeerde zout wordt toegevoegd tijdens de bereiding van gerechten en aan tafel.

Bron: VWA