Herstelplannen pensioenfondsen onder de loep
09-11-2009
• leestijd 5 minuten
Door de financiële crisis is het vermogen van de Nederlandse Pensioenfondsen drastisch gedaald. Door de beursval in 2008 verloren de fondsen bij elkaar circa 220 miljard euro. Hierdoor is de dekkingsgraad, die iets zegt over de financiële gezondheid van de pensioenfondsen, tot een historisch dieptepunt gedaald.
Begin dit jaar stond de dekkingsgraad bij sommigen zelfs op 81%. Dat is extreem laag, van de Nederlandse Bank moet de dekkingsgraad minstens 105% zijn. Wie beneden die 105% terechtkomt moet van De Nederlandse Bank (DNB) een herstelplan schrijven. Hierin moeten pensioenfondsen uitleggen hoe ze weer genoeg geld in kas denken te krijgen. Veel fondsen doen dit door onder meer de indexatie - dat is een correctie voor de loonstijging en inflatie- op een laag pitje te zetten en door de pensioenpremie te verhogen: ofwel meer betalen en minder krijgen.
Gelukkig trok de beurs de afgelopen tijd weer sterk bij waardoor de meeste dekkingsgraden weer richting de 105% lopen. De Pensioenfondsen kloppen zich op de borst en laten weten de toekomst weer zonnig tegemoet te zien. Wat ze daarbij gemakshalve vergeten is dat de pensioentekorten nog steeds niet zijn verholpen. Het kan echt nog tientallen jaren duren voordat de pensioenen weer op hetzelfde niveau zijn als voor 2008.
Samen met Leo van Heesch van Nederlandse Bond Pensioenbelangen hield Kassa de herstelplannen van de vijf grootste pensioenfondsen tegen het licht. We hebben het aanvullende pensioeninkomen berekend volgens het herstelplan en afgezet met wat het aanvullende pensioen zou zijn zonder de crisis.
Leo van Heesch: “Dat betekent voor de gepensioneerden dat zij erop moeten rekenen dat het ongeveer 10 tot 20 jaar duurt eer ze weer volledig het pensioen hebben waar ze op gerekend hebben.”
In ons onderzoek zijn we uitgegaan van een jaarlijks aanvullend pensioeninkomen van 10.000 euro, naast de AOW. Van Heesch: “Een voorbeeld: iemand krijgt nu een pensioen van 10.000 euro per jaar. Normaal gesproken zou diegene in 2010, na aanpassing aan loonstijging en inflatie, 10.552 euro krijgen. Maar wie naar het herstelplan van bijvoorbeeld PME kijkt krijgt in 2011 nog steeds 10.000. Dat wordt dus niet aangepast. Een verschil van 522 euro, dat deze gepensioneerde alleen al in 2010 misloopt. Op deze manier kan je uitrekenen hoe de pensioenen er over 15 jaar uitzien. Zolang mogen pensioenfondsen er namelijk over doen om helemaal financieel gezond te worden.”
De uitkomsten liegen er niet om:
Bij het pensioenfonds BPF Bouw (843.000 deelnemers) lopen de deelnemers na 15 jaar
6.681 euro mis. Geld wat ze dus nooit meer terug krijgen. In de studio is voorzitter van het pensioenfonds, John Kerstens. Hij betreurt de cijfers maar ziet het ook als noodzakelijk kwaad: “De keuze is: of de premies zo laag mogelijk houden en daardoor beleggen. Of zo risicoloos mogelijk beleggen, maar daardoor moeten we meer vragen voor de premies.”
Het op twee na grootste pensioenfonds Zorg en Welzijn (2,1 miljoen deelnemers) hebben we ook onder de loep genomen. Daar lopen de deelnemers na 15 jaar bij elkaar
12.607 euro aanvullend pensioen mis.
Directeur van het pensioenfonds, Peter Borgdorff, vindt dat ze wel zoveel mogelijk risico’s afdekken. “Maar bij zo’n grote financiële crisis ben je altijd te laat. We anticiperen wel al de afgelopen tijd op de komende verandering op de pensioenmarkt. De vergrijzing komt er namelijk aan. Daardoor zal er steeds meer geïnvesteerd worden in obligaties maar dat is niet een proces wat sinds 2008 in gang is gezet. Dat is al langer zo.”
Pensioenfonds PME maakt het nog bonter. Daar loop je als deelnemer na 15 jaar
26.416 euro mis.
Het pensioenfonds vond het niet nodig om bij ons in de studio te reageren op deze resultaten. Ze zijn het niet eens met onze berekeningen en uitgangspunten. In hun tegen-berekeningen gaan ze gemakshalve uit van een dekkingsgraad van 105 terwijl die in werkelijkheid 101 is. Dat leidt natuurlijk al tot een veel beter resultaat. Verder vinden zij de conclusie van Kassa dat het ‘gemiste’ pensioen nooit meer zal worden ingehaald niet juist. Ze zeggen dat wanneer de dekkingsgraad voldoende hoog is, er wel degelijk terugbetaald zal worden (inhaalindexatie). Ons inziens zal dat nooit gebeuren. Natuurlijk is het zo dat de pensioenfondsen als zij weer voldoende reserves hebben de pensioenen terugbrengen op het niveau dat het had moeten zijn, als er geen problemen zouden zijn geweest. Meestal wordt dat na-indexatie genoemd. Het is echter onbespreekbaar bij de pensioenfondsen om ook de euro's die je in de tussenliggende jaren hebt gemist alsnog uit te betalen. Meestal wordt dat inhaalindexatie genoemd en met een beroep op de regels van DNB is dat onbespreekbaar. Klik
hier
voor hun schriftelijke reactie.
Het grootste pensioenfonds van ons land met maar liefst 2,7 miljoen deelnemers, het ABP Pensioenfonds, ontbreekt niet in onze berekeningen. Deelnemers aan dat pensioenfonds lopen na 15 jaar
28.960 euro aan aanvullend pensioen mis. Voorzitter Xander den Uyl van ABP legt uit in de studio dat ze tot deze maatregelen komen omdat ABP de verdeling van de verliezen zo eerlijk mogelijk wil verdelen. “Die lasten worden nu door iedereen gedragen, door zowel de werkenden als de gepensioneerden.”
Het pensioenfonds waarbij de deelnemer het meeste moet inleveren is PMT. Daar loop je als deelnemer na 15 jaar maar liefst
30.004 euro mis. En ook dit fonds vond het niet nodig om deze berekeningen toe te lichten in de studio. Klik
hier
voor hun schriftelijke reactie.
Econoom Edin Mujagic zet in onze uitzending grote vraagtekens bij de financiële kennis van de besturen. Volgens hem is dat de reden waarom er zulke grote verliezen zijn geleden op de beurs. ''Over het algemeen is het zo dat in de besturen van met name hele grote pensioenfondsen onvoldoende en soms bijna geen mensen zitten die ervaring hebben in de financiële wereld.''
Het is De Nederlandse bank (DNB) die bepaalt wie er wel en niet in het bestuur van een pensioenfonds mogen plaatsnemen, maar volgens Mujagic valt te betwijfelen of DNB dat wel goed doet. ''Bij veel fondsen zitten op dit moment heel veel mensen in het bestuur die geen ervaring hebben in de financiële wereld, dat is fout” Een goed voorbeeld is de nieuwe voorzitter van het ABP, Ed Nijpels, hij is een man met een hele lange staat van dienst maar niet in de financiële wereld.''
VVD’er Stef Blok deelt de mening met econoom Mujagic. “De DNB houdt toezicht op de bestuursleden van de pensioenfondsen. Maar veel meer dan een achtergrondcheck doen ze niet. Ik vind het echt heel onduidelijk hoe en waarom mensen uiteindelijk gekozen worden.” De VVD is van mening dat iedereen in het bestuur financiële kennis moet hebben. “DNB stelt nu als eis dat in ieder geval een bestuurslid een beleggingsachtergrond heeft. Dat is echt onvoldoende. Het is zeer belangrijk dat mensen die in het bestuur zitten de knowhow hebben over de ingewikkelde vraagstukken die pensioenfondsen met zich meebrengen. Daarom moet ieder bestuurslid aantoonbare kennis hebben.”
In een
reactie
zegt De Nederlandse Bank het volgende op deze kwestie: “Het is inderdaad - mede gezien de ontwikkelingen op de financiële markten - van groot belang dat pensioenfondsbesturen beschikken over voldoende kennis op het gebied van onder meer beleggingen. DNB heeft daar in het kader van haar beleggingsonderzoek opnieuw aandacht voor gevraagd.”