Helft mbo-scholen heeft geen inzicht in spijbelen

Bijna de helft van de scholen voor middelbaar beroepsonderwijs(mbo) heeft geen goed overzicht van het aantal leerlingen dat spijbelt. Driekwart doet niet of te laat een melding als een leerling ongeoorloofd afwezig is.

De instellingen voor voortgezet onderwijs zijn aanzienlijk accurater. Van alle scholen heeft 15 procent geen goed overzicht. Een kwart meldt spijbelen van een leerling niet of te laat. Dat blijkt uit een rapport van de Inspectie van het Onderwijs dat staatssecretaris Marja van Bijsterveldt donderdag op de Dag van de Leerplicht naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Hoewel veel scholen in gebreke blijven, is de situatie volgens de inspectie aanzienlijk verbeterd in vergelijking met het vorige schooljaar. Zo blijkt uit gesprekken met leerlingen dat het veel moeilijker is geworden ongeoorloofd afwezig te zijn. Als ze worden betrapt, kunnen ze op een flinke straf rekenen. De scholen voor voortgezet onderwijs zijn daarin wel veel strikter dan de mbo-opleidingen.

De gebreken zijn voor een deel te wijten aan tekortkomingen in de administratieve organisatie van de scholen. Docenten vinden lesgeven belangrijker dan het bijhouden van spijbelen. Zij willen vooral hun leerlingen kennis bijbrengen en hebben veel minder belangstelling voor de administratieve rompslomp die aan het tegengaan van ongeoorloofd verzuim zijn verbonden.

Ook deinzen leraren soms terug voor een lik-op-stukbeleid tegen spijbelaars. Bovendien kennen zij de voorschriften en termijnen voor het melden van spijbelen vaak niet en worden zij bij meldingen met uiteenlopende procedures geconfronteerd. Zij vinden vaak de drie dagen waarin zij het verzuim bij de leerplichtambtenaar moeten melden, te kort, omdat zij de zaak eerst met de betreffende leerling willen bespreken.

Bron: ANP