Het consumentenplatform van BNNVARA. Kassa is er weer op zaterdag 4 januari met de Belbusspecial!
Groene verf stinkt niet
08-01-2013
•
leestijd 3 minuten
•
203 keer bekeken
•
In een bouwmarkt of verfwinkel kun je kiezen uit honderden verschillende potten verf van verschillende merken. Wat je niet direct ziet is dat er grote verschillen zitten tussen de hoeveelheden schadelijke oplosmiddelen in de diverse soorten verf. Welke moet je kiezen als je rekening wilt houden met het milieu en je gezondheid? Verft dat nog een beetje lekker? Kassa Groen neemt de proef op de som.
Oplosmiddelen
Verf stinkt! Iedereen kent wel de typische verflucht. Die lucht komt van oplosmiddelen en die oplosmiddelen zijn slecht voor je gezondheid en het milieu. In de doe-het-zelfzaak zijn nog steeds potten verf te koop met 400 gram oplosmiddel per liter. Dat is bijna de helft van de pot. Dankzij steeds strengere richtlijnen mag een professionele schilder die al lang niet meer binnen gebruiken. Vooral vanwege gezondheidsrisico's ligt de norm voor schilders op 100 g/l. De consument hoeft dat ook niet meer, want op iedere pot verf staat vermeld hoeveel oplosmiddel er per liter in zit. Vaak zijn het kleine lettertjes, maar het staat erop. Er worden drie categorieën onderscheiden:
- Oplosmiddelrijk: meer dan 300 gram oplosmiddel per liter verf
- Oplosmiddel arm: 130 tot 300 gram oplosmiddel per liter verf
- Geen/zeer weinig oplosmiddel: minder dan 130 gram oplosmiddel per liter verf
Naast de categorie-aanduiding wordt ook altijd aangegeven hoeveel oplosmiddel er maximaal in een pot zit.
Watergedragen verf
Naast de traditionele alkyd-verven, met terpentine als oplosmiddel, zijn er ook watergedragen verven, zogenaamde acryl-verven. Hierin zit vaak veel minder oplosmiddel en ze stinken veel minder. De laatste jaren is de kwaliteit van deze verven sterk verbeterd en ze doen niet veel meer onder voor de terpentine gedragen variant. Sommige fabrikanten maken voor binnen alleen nog maar watergedragen verven. Er zijn acryl-verven te vinden met maar tien gram oplosmiddel per liter. Is er verschil te merken als je er een kozijntje mee wil verven? Brecht kocht een paar verschillende potten en ging op pad naar een schildersschool.
De praktijk
Op het schildersvakcentrum in Almere staan vier leerlingen en instructeur Chris Bouhuijzen klaar om er een paneeltje mee te verven. Ze testen een alkydverf met 400g/l VOS (Vluchtig Oplosbare Stoffen), een alkydverf met 300 g/l VOS en een acrylverf met tien g/l oplosmiddel. Daarnaast proberen ze een ecologische variant, natuurverf. De producent van deze verf, Bas van der Geest, vertelt dat deze is gemaakt op basis van natuurlijke lijnzaadolie. Daar zit geen oplosmiddel in. Die is wel bijna twee keer zo duur en nog niet overal te krijgen. Wel via internet. De leerlingen proberen ieder alle soorten en weten niet wanneer ze met welke verf schilderen.
Tips van de meesterschilder Chris
Kijk goed van te voren hoeveel verf je nodig hebt, dan hoef je minder weg te gooien. Zolang je nog bezig bent met je klus bewaar je je kwast gewoon in een potje water, ook bij terpentine gedragen verf. Als je klaar bent is het beter voor het milieu om de kwast weg te gooien dan om hem met veel terpentine schoon te maken. Acrylverf heeft minder last van vergelen in een donkere ruimte. Watergedragen verf betekent niet dat het zomaar in de gootsteen mag weggespoeld. Zowel de verf als het water waarmee je het gereedschap schoonmaakt is klein chemisch afval. Als je het laat uitdrogen mag het wel bij het restafval.
Uitslag
Volgens de leerlingen zijn de verven met de minste (de natuurverf) en met de meeste oplosmiddelen (de alkydverf 400 g/l) het prettigst om mee te werken.
Kassa Groen heeft de volgende potten verf gekocht en getest: