Geslachtshormonen verminderen vruchtbaarheid

Vrouwen die in hun jeugd geslachtshormonen hebben geslikt, doen er goed aan niet te lang te wachten met kinderen krijgen. Zwanger worden is in hun geval mogelijk problematisch. Dat stelt Emile Hendriks van het Erasmus MC, die promotieonderzoek deed naar de langetermijneffecten van geslachtshormonen. Deze worden sinds de jaren 50 toegediend aan jongens en meisjes die te lang dreigen te worden, om de groei te remmen.

Uit Hendriks' onderzoek blijkt dat de hormonen op lange termijn een verhoogd risico geven op vruchtbaarheidsproblemen bij vrouwen en een vervroegde overgang. De eierstokken verouderen sneller en de eicelvoorraad raakt sneller op.

Doses

Het effect is afhankelijk van de hoeveelheid geslachtshormonen die in het verleden zijn toegediend. Bij lage doses is de kans op verminderde vruchtbaarheid kleiner dan bij hoge doses. De geslachtshormonen worden tegenwoordig niet vaak meer gegeven, volgens Hendriks omdat lange mensen inmiddels sociaal meer geaccepteerd zijn. Hij pleit er dan ook voor dat vrouwen alleen nog maar in uitzonderlijke gevallen geslachtshormonen toegediend krijgen om hun groei af te remmen.

Mannen

De vruchtbaarheid van mannen lijkt overigens niet te lijden onder de geslachtshormonen. De kwaliteit van hun zaadcellen gaat er niet door achteruit. Wel hebben ze een lagere testosteronproductie, ontdekte Hendriks. Als de testosteronspiegel onder een bepaald niveau daalt, kunnen mannen last krijgen van een verminderd libido. Een laag testosteronniveau verhoogt ook de kans op hart- en vaatziekten en kan de stevigheid van de botten aantasten.

Hendriks adviseert mannen die in hun jeugd groeiremmers hebben gekregen, om hun testosteronspiegel rond hun 50e jaar te laten controleren.

ANP