Het consumentenplatform van BNNVARA. In september is Kassa weer terug op tv!
Gedupeerd door tussenpersoon en Rothschäffer Investments
17-03-2007
•
leestijd 4 minuten
•
Een echtpaar ging in de zomer van 2003 naar hun vaste, vertrouwde tussenpersoon bij kantoor Vlieg voor een verhoging van hun hypotheek om de verbouwing van de badkamer te financieren. Wie had gedacht dat dit zoveel financieel verlies met zich mee zou brengen.
De tussenpersoon bracht in het gesprek naar voren dat het zonde was om niets te doen met de overwaarde van hun huis. Als ze de hypotheek nu extra verhoogden, dan konden ze van dat geld garantiecertificaten van Rothschäffer Investments kopen.
Ze twijfelden erg, omdat een aantal familieleden het schip in waren gegaan met beleggingsproducten. Maar de tussenpersoon verzekerde hen van het feit dat ze het niet moesten zien als een belegging. Ook was de rentevergoeding gegarandeerd; het geld zou beheerd worden door Credit Suisse, en aan alle wettelijke vereisten was voldaan. De tussenpersoon trok ze uiteindelijk over de streep: als er dan toch iets mis mocht gaan, dan had kantoor Vlieg een verzekering afgesloten zodat de klanten nooit gedupeerd konden worden. De verzekering zou dan uitbetalen.
Rentevergoeding
Uiteindelijk kochten ze voor € 25.000 garantiecertificaten van Rothschäffer Investments voor 10 jaar. Dat geld zou Rothschäffer Investments beleggen bij Credit Suisse, een gerenommeerde bank. Over de € 25.000 zouden ze een rentevergoeding ontvangen van 7,2%; dat is € 1800 per jaar. Ze hebben de rentevergoeding over 2003 en 2004 ontvangen: daarna niets meer.
In 2006 werd hen duidelijk door een telefoontje van de FIOD dat er problemen waren met het bedrijf: ze hebben toen ook aangifte gedaan van oplichting. In 2006 is het bedrijf failliet verklaard. Het geld bleek nooit te zijn belegd. En Rothschäffer Investments bleek ook niet bekend te zijn bij Credit Suisse.
Faillietverklaring
Op het moment dat het echtpaar hoorde van de faillietverklaring hebben ze contact opgenomen met Vlieg. Op dat moment werd ze verteld dat ze moesten wachten op de officiële faillietverklaring; dan moesten ze opnieuw contact opnemen. En ze maakten zich nog steeds geen zorgen, want hen was keer op keer verzekerd dat de schade vergoed zou worden.
In december 2006 kregen ze uiteindelijk officieel bericht van het faillissement en ze maakten een afspraak bij kantoor Vlieg. Deze afspraak werd echter een uur van tevoren afgebeld. Toen ze vervolgens telefonisch contact hadden met kantoor Vlieg werd hen te verstaan gegeven dat ze vanaf dat moment tegenpartijen waren; dat ze een advocaat moesten inschakelen en Vlieg aansprakelijk moesten stellen voor de geleden schade.
Vereiste vergunning
In de studio is aanwezig Kapé Breukelaar. Onafhankelijk financieel adviseur en voorzitter van de Vereniging van Onafhankelijk Financiële Planners (
www.vofp.nl
). Breukelaar is van mening dat de tussenpersoon op twee punten de fout is in gegaan. Zo had de tussenpersoon op dat moment niet de vereiste vergunning om dit beleggingsproduct te kunnen verkopen. Daarnaast heeft de tussenpersoon zijn huiswerk niet goed gedaan. Hij had op basis van de beschikbare informatie zelf kunnen beoordelen dat er van alles mis was met dit product.
Kapé Breukelaar publiceerde eind 2003 op basis van dezelfde informatie dat het product hoge kosten met zich meebracht; zo moesten o.a. hoge rendementen worden behaald om aan de verplichtingen te voldoen; er was onvoldoende informatie bekend over de wijze van beleggen en er was geen enkele garantie van Credit Suisse.
Onrechtmatige actie
Een advocaat die wij over deze zaak hebben geraadpleegd, geeft aan dat sprake is van een onrechtmatige actie. De gedupeerden moeten de tussenpersoon aansprakelijk stellen en als bewezen kan worden dat zij aansprakelijk zijn, moet de schade vergoed worden. De vraag of een beroepsaansprakelijkheidsverzekering wel of niet uitkeert doet niet terzake. Het is aan de tussenpersoon zelf te bepalen op welke wijze de schade wordt betaald.
Kapé Breukelaar laakt de handelwijze van de tussenpersoon: deze had met de mensen om de tafel kunnen gaan zitten om de procedure uit te leggen. Zij hebben in het volste vertrouwen dit product aangeschaft, op aandringen van hun adviseur en zijn er ook steeds van uitgegaan dat de zaak op een nette manier afgehandeld zou worden. En dat behoort een kantoor ook te doen, die op zorgvuldige wijze met zijn cliënten omgaat.
Daarnaast zijn kantoren sinds 1 januari 2006 ook verplicht hun klanten te wijzen op de klachtenprocedure van het bedrijf.
Risicovolle producten
Kapé Breukelaar geeft aan dat er meer risicovolle producten worden aangeboden. Deze kenmerken zich door twee zaken. Allereerst worden (vaste) rendementen van 8%, 9 % en meer voorgespiegeld en is de minimuminleg € 50.000. De risisco’s hierbij zijn groot en garanties vaak slecht.
De reden dat een inleg is vereist van meer dan € 50.000 is deze producten dan niet onder het toezicht van de AFM vallen.
Beleggingsproducten waarbij de inleg kleiner is dan € 50.000, moet wel voldoen aan wettelijke eisen en vallen wel onder het toezicht van de AFM.
Maar dat is geen garantie dat het goed gaat, getuige het verhaal van dit echtpaar. Het advies van Kapé Breukelaar is ook om dergelijke riskante beleggingsproducten niet af te sluiten. En als je het toch overweegt, win dan eerst advies in bij deskundig financieel adviseur.
Mocht u ook gedupeerd zijn door het faillissement van Rothschäffer Investments, mail ons dan uw verhaal,
kassa@vara.nl