Frisse blik werpt nieuw licht op letselschade-zaak
• 22-03-2010
• leestijd 3 minuten
Gerie Jongkind uit Sint Maarten wordt op 15 januari 2008 in haar woonplaats aangereden. Gerie heeft op haar fiets boodschappen gedaan en is op weg naar huis als een auto haar van achteren raakt.
Terwijl Gerie met een hersenschudding en een gebroken bovenarm op de weg ligt, komen politie en ambulance ter plekke. Een agent neemt een verklaring af van de automobilist. Gerie wordt klaargemaakt om met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd te worden. Ze kan zich van de klap niks meer herinneren en is dus niet in staat een verklaring af te leggen.
De automobilist verklaart dat Gerie plotseling en zonder haar arm uit te steken de weg op was gekomen. Hij kon haar niet meer ontwijken en zou haar van opzij hebben aangereden. Maar Gerie gelooft niks van dit verhaal. Allereerst omdat de plek waar ze is aangereden ver voor het kruispunt is, ze was dus niet aan het 'afslaan'. En verder 'vertelt' de fiets van Gerie dat ze van achteren is aangereden en niet van opzij. Beide zijkanten zijn namelijk in tact, maar het achterwiel is volkomen ontwricht.
De fiets van Gerie wordt onderzocht door twee specialisten van Univé, de verzekeraar van de automobilist. En deze concluderen ook dat Gerie van achteren is aangereden. Maar bij het vaststellen van de aansprakelijkheid negeert de verzekeraar dit bewijs volkomen.
Univé stelt namelijk dat de automobilist, hun klant, geen enkele aansprakelijk heeft. En ze baseren zich hierbij alleen op zijn verklaring. En als Gerie vervolgens alsnog een officiële verklaring probeert af te leggen, is dat volgens de politie niet nodig. Dat de automobilist niet aansprakelijk wordt gesteld, betekent voor Gerie dat ze maar 50% van de uiteindelijke schade vergoed zal krijgen. En die schade houdt veel meer in dan alleen de kapotte fiets. Zo zorgt de gebroken bovenarm voor een behoorlijke fysieke nasleep en heeft Gerie door de harde klap moeite met het vinden van woorden.
Volgens Rogier de Haan, jurist bij stichting De Ombudsman, is er in dit geval sprake van twee tegenstrijdige bewijsmiddelen. De 'stille getuige', de fiets, vertelt namelijk een ander verhaal dan de automobilist. Volgens de rechtspraak ligt de bewijslast bij de verzekeraar. En omdat Univé, gezien de tegenstrijdige bewijsmiddelen, niet kan bewijzen dat Gerie schuld heeft aan het ongeluk, moet de schade van Gerie voor 100% worden vergoed.
Als Gerie samen met Rogier verhaal gaat halen bij Univé in Assen, krijgen ze daar de boodschap dat het dossier opnieuw grondig bekeken gaat worden. En dat hierbij de conclusie van Rogier ook meegewogen wordt. Na drie dagen krijgt Gerie het definitieve bericht dat Univé, na heroverweging van alle gegevens, het toch de meest waarschijnlijke verklaring vindt dat ze van achteren is aangereden. En dat ze daarmee recht heeft op volledige vergoeding.
En op de vraag 'waarom nu deze nieuwe visie?', was het antwoord: “Het afwikkelen van letselschades is nu eenmaal geen harde wetenschap, want je hebt niet altijd alle feiten. Daardoor kan een frisse blik soms nieuw licht op de zaak werpen, zoals in dit geval.”
De Belbus bereikt u via Postbus 3000, 1200 CZ in Hilversum of via
belbus@vara.nl.