FNV likt wonden na pensioenakkoord
20-09-2011
• leestijd 2 minuten
De kogel is door de kerk. Nu een sterk verdeeld FNV met een kleine meerderheid heeft ingestemd met het pensioenakkoord kan de AOW-leeftijd in twee stappen omhoog naar 67 jaar, in 2025.
Voor minister Henk Kamp (Sociale Zaken), de werkgevers en FNV-voorzitter Agnes Jongerius is dat de belangrijkste uitkomst van de vergadering van de federatieraad van de FNV maandag. Maar het heeft de FNV wel in een crisis gebracht.
Eenheid herstellen
Een commissie van goede diensten, die nog samengesteld moet worden, moet nu proberen de eenheid in de vakcentrale te herstellen. De twee grootste bonden, die samen wel een meerderheid van de leden hebben maar niet de meerderheid van de stemmen in de federatieraad, hebben zich tot het laatst verzet tegen het akkoord. Deze bonden, FNV Bondgenoten en Abvakabo, kondigden aan de komende jaren een eigen koers te gaan varen. Ze zullen proberen in de komende jaren in cao-onderhandelingen de huns inziens nadelige gevolgen van het akkoord te repareren, maar ze willen wel binnen de FNV blijven
Agnes Jongerius
Abvakabo en Bondgenoten zegden maandag het vertrouwen in voorzitter Agnes Jongerius op, maar die kreeg wel de steun van de zeventien andere bonden in de federatieraad en blijft aan. "Ik ben geen wegloper," zei zij na de vergadering. Daarin werd het akkoord aangenomen met 186 tegen 155 stemmen.
'Eindbod'
FNV-voorzitter Jongerius vond dat de FNV moest instemmen met het akkoord, nadat Kamp een "eindbod" op tafel had gelegd. Het niet accepteren van het akkoord zou betekenen dat Kamp zou terugvallen op het regeerakkoord. Daarin staat dat de AOW-leeftijd omhoog gaat naar 66 jaar in 2020 en dat het moeilijker wordt om te sparen voor vroegpensioen. Het pensioenakkoord verzacht de gevolgen van een hogere pensioenleeftijd voor mensen met lage inkomens. De dwarsliggende bonden verweten Jongerius dat zij in de onderhandelingen onvoldoende had binnengehaald.
Commissie
De commissie van goede diensten moet zich nu gaan buigen over de wijze van besluitvorming en werken aan het herstel van het onderlinge vertrouwen.
ANP