'Fietsvraag' beter dan duur medisch onderzoek
07-01-2011
• leestijd 2 minuten
Een arts die een patiënt met symptomen van de ziekte van Parkinson voor het eerst ziet, doet er goed aan te vragen of de betrokkene nog kan fietsen. Wie dat niet meer kan, heeft waarschijnlijk geen Parkinson, maar een veel moeilijker te behandelen soort hersenziekte, met een veel slechtere prognose en een veel kortere overlevingsduur.
De 'fietsvraag' is volgens neurologen van het Universitair Medisch Centrum St Radboud (UMC) in Nijmegen betrouwbaarder dan kostbaar en tijdrovend onderzoek, dat tot nu toe nodig is om vast te stellen of iemand de ziekte van Parkinson heeft of een vorm van het zogenoemde parkinsonisme, hersenziekten die er op lijken. De Nijmeegse artsen publiceren hun bijzonder simpele vervanging van twee hersenscans en een ruggenprik in het gezaghebbende vakblad The Lancet, dat zaterdag verschijnt.
Symptonen
De eerste kenmerkende symptomen van de ziekte van Parkinson zijn trillen, stijfheid, traagheid en depressieve gevoelens. Vorig jaar lieten de Nijmeegse neurologen al zien dat een Parkinsonpatiënt opmerkelijk genoeg nog heel lang in staat blijft om te fietsen, ook als hij al niet meer kan lopen. Maar wie geen Parkinson heeft maar een vorm van parkinsonisme, heeft problemen met evenwicht en coördinatie. ,,De fietsvraag is een rode vlag, een alarmteken. Deze eenvoudige vraag bespaart duizenden euro's aan belastend onderzoek'', zegt arts-onderzoeker Marjolein Aerts.
Het UMC volgde twee groepen patiënten met Parkinsonachtige klachten gedurende drie jaar. Van degenen die de ziekte van Parkinson hadden, konden er twee kort na de eerste symptomen niet meer fietsen. Maar meer dan helft van de patiënten met parkinsonisme kon al meteen niet meer fietsen doordat bepaalde hersengedeelten al aangetast waren.
Het is volgens de neurologen van belang om zo snel mogelijk vast te stellen aan welke ziekte de trillende patiënt lijdt, zodat zo vroeg mogelijk de juiste behandeling kan worden ingezet. Zonder nader onderzoek of de 'fietsvraag' is pas na jaren met zekerheid vast te stellen wat de patiënt precies mankeert. In het geval van parkinsonisme is dat meestal te laat.
ANP