Het rommelt in de wereld van de slechthorenden. Het nieuwe vergoedingensysteem lijkt een vervelend bijeffect te hebben. Voor mensen met ingewikkelde hoorproblemen is het lastig een adequaat toestel te vinden. Tenzij ze zélf duizenden euro's betalen.
Per 1 januari 2013 is er een nieuw vergoedingensysteem in werking getreden dat is gebaseerd op het principe van functiegericht verstrekken. Je krijgt wat je nodig hebt om goed te kunnen functioneren. Niet meer, maar ook niet minder.
In het kort komt het er op neer dat slechthorenden in categorieën worden ingedeeld. Van categorie 1 voor lichte hoorproblemen tot categorie 5, voor de slechtst horenden. De hoortoestellen zijn ook in vijf categorieën ingedeeld. Alléén als je een toestel kiest uit jouw categorie, krijg je 75% van het aankoopbedrag door de zorgverzekeraar vergoed. Wat als je daarbinnen geen geschikt toestel kan vinden?
De Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden (NVVS), die nauw betrokken is bij de introductie van het systeem, trekt in Kassa aan de bel. Ze ontvingen honderden klachten. "Wij blijven enthousiast over de wetgeving maar de wijze waarop verzekeraars deze in de praktijk uitvoeren met hun regels en met name ook met hun inkoopbeleid maakt dat er nu ook mensen in de kou komen te staan."
In de studio doen de
NVVS
(Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden), de
NVAB
(Nederlandse Vereniging van Audicien Bedrijven) en een aantal slechthorenden hun verhaal. Zorgverzekeraars Nederland wilde niet in de studio reageren, wel hebben ze
schriftelijk
gereageerd.