Downkind is goed af in gewone klas

Een kind met het syndroom van Down heeft veel baat bij het volgen van onderwijs op een reguliere basisschool. Het onderwijs in een gewone klas leidt tot een goede ontwikkeling van de taalvaardigheden van het kind. Dat stelt promovendus aan de Universiteit Gent Gerrit de Graaf in een onderzoek dat hij donderdag naar buiten bracht.

De Graaf onderzocht voor zijn promotieonderzoek de Nederlandse situatie rond onderwijs voor kinderen met het downsyndroom. Volgens hem zitten steeds meer kinderen met Down op een reguliere basisschool. In de jaren 80 ging het om 1 à 2 procent van de kinderen tussen 4 en 13 jaar en dat percentage is gestegen naar 37 procent in 2005.

Andere kinderen met Down gaan naar het speciaal onderwijs, scholen die speciaal zijn toegerust voor kinderen met een handicap, chronische ziekte of een stoornis. Maar volgens De Graaf is het juist goed voor kinderen met het downsyndroom om zich te kunnen optrekken aan het niveau van kinderen zonder een verstandelijke beperking, zoals op een reguliere basisschool.

'Regulier niet per se beter'
De Graaf gaat echter niet zo ver om te zeggen dat regulier onderwijs beter is dan speciaal onderwijs. ,,Zo stellig kun je het niet brengen. Kinderen met Down zijn niet allemaal hetzelfde, reguliere basisscholen zijn niet allemaal hetzelfde en scholen voor speciaal onderwijs ook niet. Voor individuele gevallen geldt het soms niet dat ze beter af zijn op een reguliere school'', zegt de onderzoeker.

Volgens hem hangt het van een aantal factoren af of een kind met het downsyndroom wel of niet vastloopt. Zo moet de school volgens hem een positieve houding hebben en het zien als een taak van de school om een kind met Down op te nemen. Ook het verstandelijk vermogen van een kind met Down is niet allesbepalend. Het is veel belangrijker of een kind prikkelgevoelig is of sociaal gedrag vertoont, aldus De Graaf.

Overigens lukt het niet altijd om kinderen met de aandoening op reguliere basisscholen te plaatsen. Sommige scholen willen het gewoon niet, aldus De Graaf.

De wetenschapper hoopt vrijdag op zijn onderzoek te promoveren. ANP