Dekker bekijkt invloed lesmethode op dyslexie

Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs gaat in kaart brengen welke leermethoden voor taal en rekenen ertoe kunnen leiden dat leerlingen in het basisonderwijs ten onrechte het stempel woord- of cijferblind krijgen. Dat zei Dekker woensdag tijdens een overleg in de Tweede Kamer.

De staatssecretaris reageerde op een voorstel van D66-Kamerlid Paul van Meenen, die zich zorgen maakt over de slechte leermethodes die soms nog worden gebruikt. ,,Wetenschappers geven al aan dat inadequate lesmethoden voor taal en rekenen ertoe leiden dat een kind dyslexie of dyscalculie lijkt te hebben, terwijl dat niet zo is'', aldus Van Meenen.

Volgens Dekker is er al veel onderzoek gedaan en kan het geen kwaad om dat eens te bundelen. ,,Dan kunnen we ook kijken of we met die informatie iets kunnen'', zei Dekker.

Stempel dyslexie
Eind februari zei de staatssecretaris al dat psychologen niet te snel kinderen moeten voorzien van het stempel dyslexie. Uit onderzoek blijkt dat 3 tot 4 procent van de leerlingen last heeft van dyslexie. Maar wel 15 procent van de scholieren doet een aangepast eindexamen.

Dekker denkt daarom dat sommige kinderen die moeite hebben met lezen of rekenen, te makkelijk worden gezien als een kind met dyslexie of dyscalculie. ,,We moeten uitkijken dat we niet al onze leerproblemen dyslexie gaan noemen'',aldus Dekker.

Van de Nederlanders heeft 2 tot 3 procent dyscalculie. De stoornis kan problemen opleveren bij alledaagse dingen zoals boodschappen afrekenen. Er is over de handicap nog relatief weinig bekend. Dyslexie - woordblindheid - is inmiddels bekender en beter onderzocht. ANP