Consument vaak op pad met te zachte banden

Bandenspanningsmeters bij tankstations zijn onduidelijk in gebruik voor de gemiddelde automobilist. Dat zegt Laurens Drogendijk van Stichting Band op Spanning, een organisatie die zich inzet voor het verbeteren van de bandenspanning van personenauto's.

In Nederland rijdt meer dan de helft van alle auto's met een te lage bandenspanning. Dat kost jaarlijks circa 150 miljoen liter extra brandstof en veroorzaakt 360 miljoen kilo extra CO2-uitstoot. Daarnaast veroorzaken auto's met onderspanning ongelukken door de langere remweg en slechtere wegligging. Gebruiksonvriendelijk

Het is een belangrijke zaak dat autobanden de juiste spanning houden. Het liefst controleer je eens in de maand je bandenspanning. Doordat bandenspanningsmeters gebruiksonvriendelijk zijn, worden ze vaak niet op de juiste manier gebruikt. Bij de meeste apparaten zijn nauwelijks duidelijke instructies te vinden en heeft de gebruiker vaak geen idee welke spanning zijn of haar banden nodig hebben. Daarom doen  consumenten maar wat en rijden ze vaak met te zachte banden weer de weg op.

Een belangrijk minpunt is dat bandenspanningsmeters geen rekening houden met warme banden. Dat is vreemd omdat veel apparaten langs snelwegen staan. Als de banden warm zijn, door het rijden, is de gemeten spanning hoger dan in koude toestand. De bandenspanningsmeter corrigeert dat niet automatisch, waardoor veel gebruikers de druk juist verlagen. De gebruiker rijdt dan weg met een lagere spanning dan waarmee hij kwam. 

Een grote ergernis bij veel automobilisten is dat er vaak betaald moet worden voor een paar minuten lucht. Op sommige plekken zelfs €1. De ANWB pleit ervoor dat het gratis moet zijn. Volgens de verkeersorganisatie moeten tankstations, die zich willen profileren als een duurzaam bedrijf, juist zaken als bandenspanning stimuleren. Dat doe je niet als er na het tanken nog geld voor lucht gevraagd wordt, ook al is het maar €0,50.

Volgens de leveranciers van de apparaten is het de verantwoordelijkheid van de automobilist hoe het apparaat bediend wordt. Drogendijk: "Dus in plaats van ze te helpen, verleggen ze het probleem naar de gebruiker, een weinig servicegerichte en respectvolle denkwijze."