De zogeheten bijverdienpremie van maximaal 219 euro per maand blijft bestaan voor alle Amsterdammers die in de bijstand zitten. De regeling werd per 1 maart 2021 ingevoerd en loop door tot 31 december 2023.
De regeling is in het leven geroepen om bijstandsgerechtigden te stimuleren om (parttime) te gaan werken, zegt wethouder Rutger Groot Wassink van Sociale Zaken. Amsterdam deed vanaf februari 2019 een proef met 5000 mensen, waaruit bleek dat de uitstroom naar werk van deelnemers twee keer zo hoog was dan bijstandsgerechtigden die niet meededen aan het experiment.
Volgens de gemeente gebruiken mensen met een bijstandsuitkering de premie vooral voor het aflossen van schulden. Ook achterstallige betalingen en vaste lasten, zoals huur, verzekeringen en abonnementen worden ermee betaald.
"Een behoorlijke groep mensen in de bijstand werkt parttime of zou dat willen", aldus Groot Wassink. "Met de premie kunnen we de bestaanszekerheid van mensen versterken omdat ze er meer aan overhouden. Daarnaast helpt het mensen om regulier aan het werk te komen en sneller de bijstand uit te stromen."
Bijstandsgerechtigden krijgen 30 procent van hun inkomsten uit werk als premie betaald, tot een maximum van 219 per maand. Twee keer per jaar wordt de premie uitbetaald, in juni en november. ANP
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!