'Betere regels voor verder gebruik bloed en weefsel'
24-06-2009
• leestijd 1 minuten
Bloed, uitstrijkjes, stukjes menselijk weefsel en huid. Weinig mensen vragen zich af wat er met hun lichamelijk materiaal gebeurt, nadat ze het voor onderzoek hebben afgestaan in een ziekenhuis. Het Rathenau Instituut heeft er woensdag voor gepleit dat er betere regels voor het hergebruik komen.
Het Rathenau Instituut probeert maatschappelijke discussies op gang te brengen op het gebied van wetenschap en technologie. Volgens het instituut ligt er in Nederland van veertien miljoen mensen materiaal opgeslagen. Sommig materiaal kan opnieuw worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, onderwijs, transplantatie of ontwikkeling van nieuwe producten. Een voorbeeld daarvan zijn stukjes voorhuid die bij besnijdenissen zijn weggehaald. Ze kunnen worden gebruikt voor behandeling van patiënten met brandwonden.
Enquêtes hebben het instituut geleerd dat 91 procent van de mensen die lichaamsmateriaal hebben afgestaan, niet is geïnformeerd over dit zogenoemde 'nader gebruik'. De meeste mensen hebben er geen bezwaar tegen, maar ze willen wel weten wat er met het materiaal gebeurt. Ook willen ze dat er geen geld wordt verdiend met hun restmateriaal.
Het Rathenau Instituut bepleit dat mensen de mogelijkheid krijgen officieel toestemming te geven voor het verdere gebruik. Ze zouden ook de mogelijkheid moeten krijgen bezwaar te maken.
ANP