Bescheiden stijging belasting grote steden
29-03-2010
• leestijd 1 minuten
De gemeentelijke belastingen stijgen dit jaar in grote gemeenten minder hard dan in kleine. Gemeenten met meer dan 100.000 inwoners verwachten dit jaar 0,9 procent meer belasting op te halen dan vorig jaar. Gemeenten met minder dan 20.000 inwoners gaan uit van een stijging van 4,5 procent.
Het verschil zit vooral in de onroerendezaakbelasting (ozb), zo blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag heeft gepubliceerd. De vier grootste gemeenten samen begroten dit jaar een lichte daling van de ozb met 0,4 procent. Utrecht en Den Haag begroten een opbrengstdaling. In Rotterdam stijgt de opbrengst met 0,1 procent en in Amsterdam is een stijging van 1 procent voorzien.
De ozb vormt ruim driekwart van de gemeentelijke belastingopbrengst. Het beleid van de vier grote steden om de ozb in 2010 niet of nauwelijks te verhogen, heeft gevolgen voor de financiering van de uitgaven, aldus het CBS. Om de stijgende lasten te financieren, verwachten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht meer gelden te moeten onttrekken aan de reserves.
De gemeentelijke woonlasten, naast de ozb de rioolheffing en de reinigingsheffing, gaan dit jaar gemiddeld 1,3 procent omhoog, zo heeft het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) berekend. Die stijging is volgens het Coelo nog nooit zo laag geweest. In voorgaande jaren was de stijging gemiddeld 5 procent of meer.
Gemiddeld betalen meerpersoonshuishoudens dit jaar 659 euro aan gemeentelijke woonlasten. Inwoners van Zevenaar zijn met 474 euro het goedkoopste uit. Blaricum is met 1168 euro de duurste gemeente. ANP