Banken vragen bij hypotheekaanvraag om coronaverklaring
07-08-2020
•
leestijd 2 minuten
•
151 keer bekeken
•
Voor mensen die in een sector werken die last heeft van de coronacrisis wordt het lastiger om een hypotheekaanvraag te doen. Alle geldverstrekkers laten voor een NHG-hypotheek een extra vragenlijst invullen en ING en ABN Amro eisen zelfs dat de werkgever een coronaverklaring ondertekent.
Zelfs wanneer je een vast contract hebt moet je een coronavragenlijst invullen. De belangrijkste vraag daarvan luidt: "Verwacht u dat het inkomen het komende jaar negatief beïnvloed wordt door het coronavirus?"
Hard geraakte sectoren
Volgens Michiel Meijer van de Van Bruggen Adviesgroep zie je dat in een aantal sectoren de broekriem wordt aangetrokken. Meijer benadrukt dat vooral in de evenementensector, de culturele sector, toerisme en horeca het acceptatietraject een stuk stroperiger gaat. Het is niet zo dat die werknemers geen hypotheek meer kunnen krijgen, maar vaak wil de bank alleen tegen een lager bedrag financieren, aldus Meijer.
Dat betekent dat de kopers meer eigen geld moeten inleggen voor hun droomhuis of naar een andere prijsklasse moeten kijken.
Verklaring van werkgever
ING Bank en ABN Amro gaan een stapje verder voordat er een hypotheek wordt verstrekt. De banken willen ook bij een vast contract dat de werkgever een verklaring tekent, waarin personeelszaken verklaart dat het bedrijf niet van plan is om de werknemer te ontslaan.
Volgens De Hypotheker lopen er weinig hypotheekaanvragen op de coronaverklaring of speciale vragenlijst stuk. Bij de Van Bruggen Adviesgroep merken ze wel de gevolgen. Meijer merkt op dat ongeveer 10 procent van de hypotheekaanvragen momenteel in eerste instantie wordt afgewezen. Normaal is dat 4 procent. Ook duurt het veel langer voordat een hypotheek rond is, terwijl werkgeversverklaringen juist korter (acht weken) geldig zijn.
Geen daling huizenprijzen
Hoewel het moeilijker is om een hypotheek te krijgen, dalen de huizenprijzen nog niet. Ook worden woningen nog even snel verkocht. Michiel Meijer constateert dat er nog schrikbarend vaak boven de vraagprijs wordt geboden. Volgens hem gebeurt dat in de grote steden in de helft van de gevallen.