Atsma bezorgd over resistente bruine rat
27-10-2011
• leestijd 2 minuten
Staatssecretaris Joop Atsma (Milieu) maakt zich zeer bezorgd over bruine ratten, die steeds vaker resistent blijken tegen gif. Dat heeft hij donderdag aan de Tweede Kamer geschreven. Uit onderzoek blijkt dat 39 procent van de onderzochte ratten minder gevoelig is voor bestrijdingsmiddelen.
Verspreiding van ziekten
,,Ratten zijn verantwoordelijk voor de verspreiding van ziekten, zijn een bedreiging voor de veestapel en gewassen en vormen een risico voor de bedrijfsvoering'', schrijft Atsma. ,,Een adequate aanpak van de overlast door ratten staat bij mij dan ook voorop.''
Specifiek gen
Uit onderzoek van Wageningen Universiteit blijkt dat in het midden en oosten van het land relatief veel ratten voorkomen die een dubbel specifiek gen hebben voor een bepaalde eigenschap (homozygoot). Dit betekent dat bij deze dieren de resistentie zich sneller zal ontwikkelen, waardoor bestrijding lastiger wordt. Ook in Duitsland breiden resistente rattenpopulaties zich uit.
Professionele plaagdierbestrijders
De bewindsman neemt een aantal maatregelen. Zo wil hij dat de exameneisen voor professionele plaagdierbestrijders worden aangescherpt. Het wordt verplicht kennis te hebben van een werkwijze die zich richt op het weren van plaagdieren waarbij de inzet van biociden het uiterste middel is. Verder moeten agrariërs in de toekomst kiezen tussen het volgen van een speciaal door LTO opgestelde cursus of het in de arm nemen van een professionele bestrijders.
Vervolgonderzoek
Ook komt er vervolgonderzoek naar de exacte omvang en de spreiding van resistente muizen- en rattenpopulaties in Nederland. Atsma gaat de kwestie in Europees verband aankaarten om zo tot een gezamenlijke aanpak door de diverse landen te komen.
ANP