Tips en trucs voor de aangifte van 2010 op een rij

Elk jaar moet het weer gebeuren, de belastingaangifte. Kassa-online heeft samen met Marcel Piket, hoofdredacteur van  Fiscalert , een top 15 van de belangrijkste tips en trucs op een rij gezet.

TOP 15:
1. Doe op tijd aangifte - of vraag uitstel Voor 1 april 2011 moet u de aangifte inleveren. Anders krijgt u een boete. Sinds 2010 bedraagt de boete minimaal   € 226 (in plaats van € 22) en maximaal € 4.920 (in plaats van € 1.134). U kunt eventueel de inspecteur om uitstel vragen. Dat kan telefonisch via de Belastingtelefoon (0800-0543). U krijgt dan standaard uitstel tot 1 september a.s.  2. Doe uw aangifte bij voorkeur elektronisch en ná 1 maart Wanneer u na 1 maart uw aangifte elektronisch invult is deze al door de Belastingdienst vooraf ingevuld. U krijgt bij het opstarten van het aangifteprogramma vanzelf de keus of wil gebruik maken van de vooraf ingevulde aangifte. Het is ook aan te raden om de aangifte elektronisch te doen. De kans is dan kleiner dat u iets vergeet. Ook is het voor fiscaal partners eenvoudiger om de beste verdeling van aftrekposten en vermogen te bepalen. LET OP: Controleer de vooraf ingevulde aangifte goed, en vul deze aan. 3. WOZ-waarde en eigenwoningforfait
Gebruik voor de aangifte over 2010 de juiste WOZ-waarde, namelijk die met peildatum 1 januari 2009 (begin 2010 door u ontvangen), en dus niet de ‘nieuwe’ WOZ-waarde op de OZB-aanslag voor 2011 met als peildatum 2010 die — als het huis van u is — u inmiddels hebt ontvangen! LET OP: Met ingang van 2010 moet u voor een box 3-woning (een vakantiewoning of verhuurde woning) een ook uitgaan van de WOZ-waarde, of een percentage daarvan (bijvoorbeeld voor woningen die onder de huurbeschermingswet vallen). Voor meer informatie zie de toelichting op uw aangifte of de helpfunctie van de elektronische aangifte. 4. Geef de AOW goed aan
Ontvangt u AOW met toeslag omdat uw partner nog geen 65 is? Dan geeft u de AOW inclusief de toeslag aan in uw eigen aangifte. Als u en uw partner beiden 65 jaar of ouder zijn, dient u alléén de door u ontvangen AOW in uw aangifte op te nemen. Uw partner geeft de AOW zelf aan. 5.Claim de doorwerkbonus
U heeft recht op de doorwerkbonus als u op 1 januari 2010 61 jaar of ouder was, heeft gewerkt en daarmee meer dan € 9.041 verdiende. U krijgt deze bonus door aangifte te doen. 6. TSZ-regeling
Zelfs als u geen belasting hoeft (bij) te betalen omdat uw inkomen laag is (bijvoorbeeld omdat u alleen maar AOW heeft), moet u wel aangifte doen! Op die manier kan uw ziektekostenaftrek leiden tot extra teruggaaf op basis van de TSZ-regeling (de ‘tegemoetkomingsregeling voor specifieke zorgkosten’ die de TBU-regeling heeft vervangen). LET OP: De hoogte van de teruggaaf is niet te zien in de elektronische aangifte. Als u er recht op heeft, ontvangt u automatisch een aparte beschikking van de Belastingdienst waarop het bedrag staat vermeld. 7. Levensonderhoud soms aftrekbaar
Aftrek van de kosten voor levensonderhoud van kinderen tot 30 jaar is mogelijk als u géén of slechts deels recht heeft op kinderbijslag èn uw kind geen recht heeft op studiefinanciering en het kind niet wordt geacht in zijn eigen levensonderhoud te voorzien uit eigen inkomen of vermogen. U moet de kinderen in belangrijke mate (ten minste voor € 408 per kwartaal per kind) onderhouden. De aftrek wordt beoordeeld aan het begin van ieder kwartaal. U mag een vast bedrag aftrekken. 8. Giften
Gewone giften zijn alleen aftrekbaar als deze worden gedaan aan een ANBI (een het ‘algemeen nut beogende instelling’). Op de site van de Belastingdienst kunt u vinden of de instelling waaraan u een gift heeft gedaan is aangemerkt als ANBI. Vrijwilligers kunnen soms hun onkosten aftrekken als gift. 9. Laatste kans creëren aftrekpost voor 2010
Als u over de periode 2003 tot en met 2009 pensioentekort heeft, kunt u nog tot 1 april 2011 een bancaire lijfrente of een koopsom- of lijfrentepolis afsluiten. Dat is dit jaar voor het laatst. Wie premies in verband met een pensioentekort wil aftrekken in de aangifte 2011 moet die premie namelijk voor het einde van dit jaar storten. 10. Dividendbelasting
Als u aandelen heeft, zijn zeer waarschijnlijk dividenden uitgekeerd. Vul de ingehouden dividendbelasting dan in uw aangifte. De dividendbelasting wordt in mindering gebracht op wat u nog aan belasting moet betalen (of opgeteld bij uw teruggaaf). 11. Groene en sociaal ethische beleggingen, (beleggingen in) leningen aan startende ondernemers en beleggingen in cultuurfondsen
Belegt u in groene en sociaal ethische beleggingen, (beleggingen in) leningen aan startende ondernemers en beleggingen in cultuurfondsen? Vergeet dan niet de extra heffingskorting van 1,3% te claimen. Dat doet u in uw aangifte door onder ‘Box 3: sparen en beleggen’, de vraag of u deze beleggingen heeft met ‘ja’ te beantwoorden. Vervolgens dient u onder ‘Beleggingen’ de waarde in te vullen. LET OP: In tegenstelling tot voorgaande jaren moet u deze vrijgestelde beleggingen niet meer onder ‘Heffingskortingen’ maar gewoon bij de genoemde vraag onder ‘Box 3: sparen en beleggen’ aangeven! Het elektronisch aangifteprogramma kent vervolgens automatisch de vrijstelling en de heffingskorting toe. 12. Buitenlands vermogen
Buitenlands vermogen vult u gewoon in bij uw bezittingen. Daarnaast moet u nog het volgende doen:
- Voor onroerend goed in het buitenland gelden soms belastingvrijstellingen. Ga in het aangifteprogramma naar ‘Vrijstellingen en verminderingen > Aftrek om dubbele belasting te voorkomen > Box 3’ en vul de waarde van de woning minus de schuld in. Op deze manier voorkomt u dat er zowel door Nederland als het land waar het onroerend goed zich bevindt, belasting wordt geheven over de waarde ervan.
- Ingehouden buitenlandse dividendbelasting vult u niet in bij ‘Te verrekenen bedragen > ingehouden dividendbelasting’, maar bij ‘Vrijstellingen en verminderingen > Aftrek om dubbele belasting te voorkomen’. Hoe u één en ander precies moet invullen leest u in de helpfunctie van het elektronische aangifteprogramma. 13. Schulden
Uw schulden mag u (boven een bepaalde drempel) in mindering brengen op uw spaargeld en beleggingen voor de berekening van de belasting over uw vermogen. Denk daarbij aan consumptieve leningen, (onderhandse) leningen, leningen bij postorderbedrijven, het negatief saldo van creditcard en bankrekeningen en de hypotheek voor de tweede woning (voor alles geldt: de stand op 1 januari 2010 en 31 december 2010 is bepalend). Ook erfbelasting-/successierechtschulden zijn sinds 2010 aftrekbaar. 14. Middel uw inkomen
Wie niet ieder jaar ongeveer hetzelfde verdient, maar een sterk wisselend inkomen heeft kan vaak extra belasting terugkrijgen. Dat kan door de belasting te herrekenen op basis van het gemiddelde inkomen over drie opeenvolgende kalenderjaren. LET OP: U wordt door de Belastingdienst niet gewezen op deze mogelijkheid. 15. Vraag toeslagen tijdig aan
Kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en huurtoeslag voor 2010 kunt u tot 1 april 2011 aanvragen, behalve als u of uw toeslagpartner uitstel heeft gekregen voor de aangifte over 2010. De datum waarop de aanvraag moet zijn ontvangen is dan gelijk aan de datum waarop de uitgestelde IB-aangifte van u of uw toeslagpartner uiterlijk bij de Belastingdienst binnen moet zijn. Wie te laat is krijgt niks. Meer informatie over de toeslagen kunt u hier vinden: http://www.toeslagen.nl/.

Meer informatie op www.fiscalert.nl.