Klinkt het u bekend in de oren, dat de een iets lekker vindt ruiken, terwijl de ander het vreselijk vindt stinken? Zo ook met de geur van een man. Het ligt echter niet aan de man zelf, maar aan degene die de geur van de man opsnuift. Het zou allemaal te maken hebben met een kleine genmutatie.
Volgens onderzoekers van de Rockefeller University en de Duke University in North Carolina is het verband tussen geurbelevenis en verschillen in de genen inmiddels aangetoond. Het zit namelijk zo, dat de geurperceptie van het, aan het testosteron verwante, hormoon androstenon wordt bepaald door de variant van een bepaald gen die de ruiker in zijn eigen DNA heeft. Er schijnt tussen mannen en vrouwen geen verschil te zijn, maar wel tussen mensen an sich.
Zo vinden sommige mensen de aan testosteron verwante stof zoet en bloemachtig ruiken. Anderen vinden androstenon weer lijken op een vieze urine- of zweetgeur. De kleine variaties in het gen codeert als het ware een bepaalde geurreceptor. Deze geurontvanger, OR7D4, wordt aangemaakt in het slijmvlies van de neus. Het hormoon androstenon activeerde duidelijk de geurontvanger.
Van de geurontvanger zijn er verschillende varianten van ontdekt, zoals de RT en WM. Van personen met een combinatie RT/WM zou het 129 procent zeker zijn dat androstenon lekker rook bij een persoon met de combinatie RT/RT. Bron:
nrc